aakte zaak was, dan zouden de eigenaars ongehoorde prijzen
gevraagd hebben.
LONA. Jawel, jawel. Maar verder?
BERNICK. Nu komt dat, wat op verschillende manier uitgelegd kan worden
... dat, wat een man in onze kringen alleen kan doen en bekennen,
wanneer hij steunen kan op een vlekkenloozen en geachten naam.
LONA. Wel?
BERNICK. Ik ben 't die dat alles heb opgekocht.
LONA. Jij?
JOHAN. Voor eigen rekening?
BERNICK. Voor eigen rekening. Komt die zijlijn tot stand, dan ben ik
millionnair; komt die niet tot stand, dan ben ik geruineerd.
LONA. Dat is een waagstuk, Karsten.
BERNICK. Mijn heele vermogen heb ik er aan gewaagd.
LONA. Ik dacht niet zoozeer aan je vermogen, maar als het aan het licht
komt, dat....
BERNICK. Ja, daar zit de knoop. Met een vlekkenloozen naam, zooals de
mijne tot nog toe was, kan ik die zaak op mij nemen, er mee voor den dag
komen en tegen mijn medeburgers zeggen: "Kijk, dat heb ik gewaagd in het
belang van de maatschappij!"
LONA. Van de maatschappij?
BERNICK. Ja; en geen een zal er twijfelen aan mijn bedoelingen.
LONA. Dan zijn hier toch mannen die eerlijker gehandeld hebben dan jij,
zonder bijgedachten of nevenbedoelingen.
BERNICK. Wie dan?
LONA. Wel, zoowel Rummel als Sandstad en Vigeland.
BERNICK. Om hen voor mijn plan te winnen ben ik genoodzaakt geweest hen
in te wijden in de zaak.
LONA. En...?
BERNICK. Zij hebben een vijfde van de winst voor zich bedongen.
LONA. O, die steunpilaren van de maatschappij!
BERNICK. En is het dan de maatschappij zelf niet die ons dwingt langs
kronkelpaden te gaan? Wat zou er gebeurd zijn als ik niet in het geheim
gehandeld had? Allemaal zouden zij op die zaak aangevallen zijn, en den
heelen boel verdeeld, verspreid, bedorven en verknoeid hebben. Hier in
de stad is er buiten mij geen enkel man die zoo'n groote zaak als dit
worden zal, zou weten te leiden. Hier in 't land hebben over 't algemeen
alleen de van buiten-af gekomen families aanleg voor groote
ondernemingen. Daarom spreekt mijn geweten mij dan ook vrij op dit punt.
Alleen in _mijn_ handen kunnen deze bezittingen een ware en blijvende
zegen worden voor de velen die zij brood verschaffen zullen.
LONA. Ik geloof dat je daarin gelijk hebt, Karsten.
JOHAN. Maar ik ken die velen niet en mijn levensgeluk staat op het spel.
BERNICK. Het welzijn van je geboorteplaats staat ook op het spel. Komen
er nu dingen voor den dag, die een schaduw werpen op mijn vroeger lev
|