en,
dan zullen al mijn tegenstanders met vereende krachten mij aanvallen.
Een jeugdige afdwaling wordt in onze maatschappij nooit uitgewischt. Zij
zullen mijn heele leven, tusschen toen en nu, gaan napluizen, allerlei
kleine voorvallen oprakelen, en ze in het licht van wat er nu bekend
geworden is gaan beschouwen en beoordeelen. Ze zullen mij onder het
gewicht van geruchten en lasterpraatjes trachten te verpletteren. Van
die spoorwegzaak moet ik mij terugtrekken; en als _ik_ mijn hand daarvan
aftrek, dan valt die, en ik ben met een slag geruineerd en
maatschappelijk dood.
LONA. Johan, na wat je gehoord hebt, moet je heengaan en zwijgen.
BERNICK. Ja, o ja, Johan, dat moet je!
JOHAN. Goed; ik zal weggaan en zwijgen; maar ik kom terug en dan zal ik
spreken.
BERNICK. Blijf daarginder, Johan; blijf zwijgen, en ik ben bereid alles
met je te deelen....
JOHAN. Hou je geld maar; maar geef mij mijn goeden naam terug.
BERNICK. Door den mijnen op te offeren!
JOHAN. Dat moet je maar met je eigen wereldje zien klaar te spelen.
Ik moet en kan en wil Dina hebben. Daarom ga ik morgen al weg met de
"Indian Girl".
BERNICK. Met de "Indian Girl"?
JOHAN. Ja. De kapitein heeft beloofd mij mee te nemen. Ik ga terug,
verkoop mijn farm en regel mijn zaken. Over twee maanden ben ik weer
hier.
BERNICK. En zal je dan spreken?
JOHAN. Dan moet de schuldige zelf maar de schuld op zich nemen.
BERNICK. Vergeet je dat ik dan ook dat op mij nemen moet, waaraan ik mij
niet schuldig heb gemaakt?
JOHAN. Wie was het die vijftien jaar geleden profiteerde van dat
schandelijke praatje?
BERNICK. Je drijft mij tot wanhoop! Maar als je spreekt, ontken ik
alles! Ik zeg dat het een complot tegen mij is, een wraakneming; dat je
bent overgekomen om mij geld af te persen!
LONA. Schaam je, Karsten!
BERNICK. Ik ben wanhopig, zeg ik je, en ik vecht voor mijn leven.
Ik ontken alles, alles!
JOHAN. Ik heb je twee brieven. In mijn koffer vond ik ze tusschen mijn
andere papieren. Van ochtend las ik ze nog eens door; die spreken
duidelijk genoeg.
BERNICK. En die brieven wil je overleggen?
JOHAN. Als het noodig mocht worden ... ja.
BERNICK. En over twee maanden ben je weer hier terug?
JOHAN. Dat hoop ik. De wind is goed. Over drie weken ben ik in New-York
... als de "Indian Girl" niet vergaat.
BERNICK (_schrikt_). Vergaat? Waarom zou de "Indian Girl" vergaan?
JOHAN. Ja, dat zeg ik ook.
BERNICK (_bijna onhoorbaar_). Vergaan
|