FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463  
464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   >>   >|  
Stipan Arkadiewitsch om elf uur opstond om heen te gaan (Workuw was reeds vertrokken), was het Lewin alsof hij eerst pas gekomen was, en hij stond met weerzin op. "Vaarwel," zeide zij, zijn hand vasthoudend en hem met haar aantrekkelijkst lachje in de oogen ziende, "ik verheug mij zeer, que la glace est rompue." Zij liet zijn hand los en kneep de oogen toe; "zeg uw vrouw, dat ik haar evenzeer liefheb als vroeger, en dat ik, als zij nu niet met verschooning aan mij denkt, dit niet euvel duid; want om mij te vergeven en te begrijpen zou men zelf moeten doorleven wat ik doorleefd heb, en daarvoor moge God haar behoeden." "Dat zal ik haar bepaald zeggen." zei Lewin blozend. VII. "Nu? wat heb ik je gezegd?" vroeg Stipan Arkadiewitsch aan Lewin, toen zij in de koudo winterlucht naar buiten traden en hij zag, dat zijn vriend volkomen overwonnen was. "Ja," antwoordde Lewin nadenkend: "Een buitengewone vrouw; niet alleen verstandig, maar ook zoo oprecht. Maar haar positie moet toch moeielijk zijn. Ik heb innig medelijden met haar." "Wij hopen, dat nu spoedig alles beslist zal worden. Weet je, men mag niet alles vooraf beoordeelen," zeide Stiwa het portier openend. "Adieu! onze wegen gaan hier uit elkander." Zonder op te houden aan Anna te denken, zich in haar toestand te verplaatsen en medelijden met haar te gevoelen, kwam Lewin te huis. Hij vond zijn vrouw zeer mismoedig en door verveling gekweld. Nog des middags had zij in de beste luim met haar beide zusters gegeten, maar daarna hadden zij hem gewacht en zij wachtten tot het hen allen verveelde en de zusters reden weg en zij bleef alleen. "Nu? Hoe heb je je tijd besteed?" vroeg zij, hem in de eerste plaats in de oogen ziende, die zoo verdacht schitterden. Om hem evenwel niet te beletten alles te biechten, verborg zij haar spanning en hoorde met een goedkeurend gelaat zijn mededeeling aan, hoe hij dien avond had doorgebracht. "Nu, ik verheugde mij zeer over deze ontmoeting met Wronsky. Wij waren zeer eenvoudig en ongegeneerd met elkander. Weet je, nu die onaangename verhouding niet meer bestaat, zal ik een ontmoeting met hem niet meer zoeken...." Maar terwijl hij dit zeide, viel het hem in, dat, hoewel hij _hem_ niet weder wenschte te ontmoeten, hij toch terstond naar Anna gegaan was, en hij bloosde: "Wij zeggen altijd, dat het volk drinkt; ik weet niet, wie meer drinkt, het volk of wij? Het volk bedrinkt zich ten minste slechts op feestdagen,
PREV.   NEXT  
|<   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463  
464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   485   486   487   488   >>   >|  



Top keywords:

zusters

 

ontmoeting

 
alleen
 

Arkadiewitsch

 

Stipan

 
zeggen
 

elkander

 

drinkt

 
medelijden
 

ziende


verveelde

 

mismoedig

 

besteed

 

verveling

 
wachtten
 

denken

 

middags

 

verplaatsen

 

toestand

 

gekweld


gevoelen

 

gewacht

 

hadden

 

daarna

 

gegeten

 

wenschte

 

ontmoeten

 

terstond

 

gegaan

 
hoewel

verhouding

 

bestaat

 

zoeken

 
terwijl
 
bloosde
 
altijd
 

minste

 

slechts

 
feestdagen
 

bedrinkt


onaangename

 
ongegeneerd
 
verborg
 
biechten
 

spanning

 

hoorde

 
goedkeurend
 

beletten

 

evenwel

 

plaats