trots. Maar dat duurde slechts een oogenblik; toen kneep zij de
oogen toe, alsof zij zich iets zocht te herinneren.
"Nu ja.--Voor 't overige is het immers ook voor niemand interessant,"
zeide zij en wendde zich tot de Engelsche:
"Please, order the tea in the drawing-room." Het jonge meisje stond
op en verliet het vertrek.
"Hoe is het? Is zij door het examen gekomen?" vroeg Stipan
Arkadiewitsch.
"Nog wel met glans. Zij heeft veel aanleg en een vriendelijk karakter."
"En het zal er misschien op uitloopen, dat je nog meer van haar zult
houden dan van je eigen dochter."
"Zoo spreken de mannen. In de liefde is er geen meer of minder. Mijn
dochter bemin ik op deze en haar op een andere wijze."
"Ik geloof, Anna Arkadiewna, dat, als gij slechts het honderdste deel
uwer energie aan de algemeene zaak, aan de opvoeding der Russische
jeugd gewijd had in plaats van aan deze Engelsche, gij een groot,
nuttig werk volbracht zoudt hebben."
"Ja, dat stem ik toe, maar ik kan dat niet. Graaf Alexei
Kyrilowitsch...." (bij het noemen van dezen naam zag zij schuchter
en vragend Lewin aan en hij antwoordde haar onwillekeurig met een
eerbiedigen en bevestigenden blik): "Graaf Alexei Kyrilowitsch heeft
er dikwijls bij mij op aangedrongen, mij op het land met de school
bezig te houden; ik ben er ook eenige malen heengegaan; het is heel
aardig, maar ik kon er mij toch niet aan wennen. Gij spreekt van
energie. Maar energie is gegrond op liefde; en liefde laat zich niet
dwingen en niet bevelen. Dit meisje heb ik nu eenmaal lief en ik weet
zelf niet waarom."
En weer zag zij Lewin aan. Haar glimlach en haar blik, alles zeide
hem, dat zij eigenlijk slechts tot hem haar woorden gericht had,
dat zij slechts aan zijn meening hechtte en van te voren wist, dat
zij beiden elkander juist begrepen.
"Dat begrip ik zeer goed," antwoordde Lewin, "voor de school en
dergelijke inrichtingen kan men zijn hart niet africhten en juist
daarom geloof ik, dat al deze philantropische 'bemoeiingen' altijd
zoo weinig gevolg hebben."
Zij zweeg. Toen lachte zij. "Ja, ja, zeer juist!" bevestigde zij. "Ten
minste ik kon het niet. Je n'ai pas le coeur assez large om een
geheele inrichting vol leelijke, kleine meisjes lief te krijgen. Er
zijn zooveel vrouwen, die zich daardoor une position sociale verschaft
hebben. En juist nu," voegde zij met een vertrouwelijk, treurig gebaar,
schijnbaar tot haar broeder, maar inderdaad tot Lewin gewend, er bij:
"En ju
|