n
riepen volstrekt niet meer zulke gedachten bij hem te voorschijn,
maar verdwenen als kleine vogeltjes. Of het voor dit geld gekochte
genoegen een even groot gewin was, als de arbeid had kunnen schenken,
die er verricht zou moeten worden om het te verdienen, was voor hem een
reeds lang overwonnen bedenking geworden. Ook zijn landhuishoudkundig
principe, zijn koren nooit onder den prijs te verkoopen, was reeds door
hem vergeten. Slechts dit eene noodige stond nog op den voorgrond,
dat hij steeds genoeg geld in de bank had staan om er morgen vleesch
voor te kunnen koopen; en dit geld raakte nu op, en hij wist niet
recht, waar hij ander vandaan zou halen. Daarom was hij zoo wrevelig
geworden, toen Kitty van geld was beginnen te spreken; maar nu had
hij geen tijd om daarover na te denken.
III.
Lewin kwam op tijd in de club, waar ook de leden en gasten
verschenen. Sedert hij de universiteit verlaten en gezelschappen
bezocht had, was hij in geen club meer geweest. Hij herinnerde er
zich nog de inrichting van, en toen hij de deur was binnengegaan en
de breede, met tapijten belegde trap opklom, ontving hij denzelfden
indruk als in vroeger jaren, den indruk van ontspanning, van een goed
leven en van voornaamheid.
Hij ging naar de tafels, die bijna alle reeds bezet waren, en monsterde
de gasten. Hij trof hier en daar oudere en jongere, hem bijna niet
meer bekende lieden aan. Daar zaten Swijaschsky en Tscherbatzky,
Newadewsky, de oude vorst, Wronsky en Sergej Iwanowitsch.
"Hierheen, Lewin!" riep de goedhartige stem van Turowzin, die bij een
jong officier zat. Naast hen stonden nog twee onbezette stoelen. Lewin
naderde hen verheugd.
"Daar zijn nog twee plaatsen voor u en Oblonsky. Hij zal ook wel
spoedig komen."
De officier met zeer rechte houding en steeds lachende oogen was een
Petersburger, Gagin genaamd. Turowzin stelde ze aan elkander voor.
"Ah, daar is Oblonsky ook reeds."
"Ben je ook nu eerst gekomen?" vroeg deze Lewin naderend. "Goeden
avond!"
Bij een vischsoep liet Gagin terstond champagne komen en des vier
glazen werden gevuld. Lewin sloeg de hem aangeboden wijn niet af en
bestelde de tweede flesch. Hij was hongerig, at en dronk met veel
smaak en nam met nog grooter genoegen aan het vroolijke, ongezochte
gesprek zijner kameraden deel. Gagin vertelde met gedempte stem een
nieuwe Petersburger anecdote, die, hoewel dubbelzinnig, evenwel zoo
koddig was, dat Lewin er zoo luid om lachte, dat deg
|