FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459  
460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   >>   >|  
ders en armen, met een peinzenden glimlach op de met een zacht dons bedekte lippen, die hem teeder en van haar zege bewust met de betooverende oogen aankeek. Slechts daarom kon zij niet levend zijn, omdat zij schooner was, dan een levend wezen zijn kon. "Het doet mij veel genoegen," zeide een tot hem gerichte damesstem, de stem derzelfde vrouw, wier beeltenis hij verrukt aanstaarde. Anna was van achter de schutting van klimplanten te voorschijn getreden, en in het halfdonker van het kabinet herkende Lewin dezelfde vrouw, maar in een donkerblauw kleed, in een andere houding en met veranderde gelaatsuitdrukking, maar toch met dezelfde schoonheid, waarmede de kunstenaar haar geschilderd had, minder schitterend, maar daarvoor werkelijk levend. VI. Zij trad hem te gemoet, zonder hem haar vreugde te verbergen, dat zij hem zag, en aan de kalmte, waarmede zij hem haar kleine, energieke hand toereikte, hem aan Workuw voorstelde en hem een klein, roodharig meisje presenteerde, dat in de nabijheid met een werkje bezig was en door haar als haar pleegdochter werd aangeduid, herkende hij de hem bekende en steeds aangename manieren eener dame uit de groote wereld, altijd bedaard en altijd natuurlijk. "Het doet mij veel, veel genoegen," herhaalde zij, maar deze eenvoudige, overal gebruikelijke woorden kregen in haar mond voor Lewin een bizondere beteekenis. "Door uw vriendschap met Stiwa en door uw vrouw ken ik u reeds lang; uw vrouw heb ik slechts korten tijd gekend, maar zij heeft bij mij den indruk van een bekoorlijke bloem, ja van een bloem achtergelaten. En zij zal nu spoedig moeder zijn?" Zij sprak zonder zich te overhaasten, nu eens van Lewin naar haar broeder, dan weder naar den eersten ziende. Lewin gevoelde, dat de eerste indruk, dien hij op haar gemaakt had, goed was en het werd hem in haar tegenwoordigheid terstond licht en aangenaam om het hart, als had hij haar reeds van zijn kindsheid af gekend. "Iwan Iwanowitsch en ik hebben ons hier in Alexei's kabinet begeven," antwoordde zij op Stiwa's vraag, of men hier rooken mocht, "juist om te rooken." En zij schoof Lewin een schildpadden cigarenkistje toe en nam er zelf een cigaar uit. "Hoe gaat het met uw gezondheid?" vroeg haar broeder haar. "Niet slechter. Zenuwen zooals altijd." "Niet waar? Een buitengewoon schoon beeld?" vroeg hij Lewin, die herhaaldelijk naar de schilderij zag. "Ik heb nooit een schooner gezien." "En buitengewoon gelijken
PREV.   NEXT  
|<   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459  
460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   473   474   475   476   477   478   479   480   481   482   483   484   >>   >|  



Top keywords:

levend

 

altijd

 
waarmede
 

gekend

 

herkende

 
kabinet
 

broeder

 

rooken

 
indruk
 

zonder


dezelfde

 

genoegen

 

buitengewoon

 

schooner

 
achtergelaten
 

zooals

 

overhaasten

 

moeder

 

slechter

 

spoedig


Zenuwen

 

bekoorlijke

 

gezien

 

gelijken

 

vriendschap

 

schilderij

 

schoon

 

slechts

 

korten

 
herhaaldelijk

gezondheid

 

beteekenis

 

Alexei

 
hebben
 
cigaar
 
cigarenkistje
 

antwoordde

 

schildpadden

 
schoof
 

begeven


Iwanowitsch

 
eerste
 
gemaakt
 
gevoelde
 

eersten

 

ziende

 
kindsheid
 

aangenaam

 

tegenwoordigheid

 

terstond