FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440  
441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   >>   >|  
niet. Gij in uw onschuld en reinheid kunt niet begrijpen, wat ik lijd." Zij ging naast Dolly zitten, zag haar met een schuldig gelaat in het gezicht en greep haar hand. "Wat denkt gij? Wat denkt gij van mij? Veracht mij niet. Verachting verdien ik niet. Ik ben eenvoudig ongelukkig. Is iemand ongelukkig, dan ben ik het," zeide zij, wendde zich af en begon te weenen. XXVI. Toen Dolly alleen was, bad zij tot God en legde zich toen te bed. Zij had van harte medelijden met Anna, zoo lang zij sprak. Maar nu kon zij zich niet dwingen aan haar te denken. De herinnering aan haar eigen huis maakte zich in een nieuw licht en met een nieuwe bekoorlijkheid van haar verbeelding meester. Deze haar wereld scheen haar nu zoo lief en dierbaar, dat zij besloot in geen geval morgen nog hier te blijven, maar bepaald terug te rijden. Intusschen nam Anna, in haar boudoir teruggekeerd, een wijnglas, druppelde er een artsenij in die grootendeels uit morphium bestond, en nadat zij gedronken en een tijdlang onbewegelijk gezeten had, ging zij met een kalm en opgeruimd gelaat naar het slaapvertrek. Bij haar binnentreden zag Wronsky haar opmerkzaam aan. Hij zocht naar sporen van het gesprek, dat zij na haar lang oponthoud in Dolly's kamer met deze moest gehad hebben. Maar in de terughoudende trekken, die iets schenen te verbergen, vond hij niets dan de gewone, nog altijd betooverende schoonheid, haar bewustzijn daarvan en den wensch om op hem te werken. Hij wilde niet vragen, waarover zij gesproken had; hij hoopte, dat zij er zelf van zou beginnen. Maar zij zeide slechts: "Ik verheug mij, dat Dolly u bevallen is. Niet waar?" "Ja, het is mij, alsof ik haar reeds lang ken. Ik geloof, dat zij zeer goedhartig is, mais excessivement terre a terre. Niettegenstaande dat heb ik mij zeer verheugd, dat zij ons bezocht heeft." Hij nam Anna's hand en zag haar vragend in de oogen. Een andere uitlegging aan zijn blik gevende, lachte zij hem toe. Ondanks de beden van gastheer en gastvrouw stond Dolly er den volgenden morgen op om af te reizen. Lewins koetsier in zijn reeds wat oud geworden mantel en hoed, met de tweesoortige paarden en de kales met de uitgestukte vleugels, kwam norsch en vastberaden in de overdekte en met kiezelzand bestrooide oprijpoort voor. Het afscheid van vorstin Warwara even als van de heeren was Dolly onaangenaam; maar ook zij, zoowel als haar gastheer en gastvrouw gevoelden na een dag samenzijn duidelij
PREV.   NEXT  
|<   416   417   418   419   420   421   422   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440  
441   442   443   444   445   446   447   448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   >>   >|  



Top keywords:

gastvrouw

 

gastheer

 
gelaat
 

morgen

 

ongelukkig

 
Niettegenstaande
 

goedhartig

 

geloof

 
excessivement
 

gesproken


bewustzijn

 

daarvan

 

wensch

 

werken

 
schoonheid
 

duidelij

 

gewone

 

altijd

 

betooverende

 

vragen


slechts

 

verheug

 

bevallen

 

beginnen

 

waarover

 

hoopte

 

norsch

 

vastberaden

 

gevoelden

 
overdekte

vleugels

 

tweesoortige

 

paarden

 
uitgestukte
 
zoowel
 
kiezelzand
 

Warwara

 

vorstin

 
onaangenaam
 

heeren


afscheid

 
bestrooide
 
oprijpoort
 
mantel
 

andere

 

uitlegging

 
gevende
 

vragend

 

verheugd

 

samenzijn