FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447  
448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   >>   >|  
eid beriep, kwam haar weer haar eigen vernedering voor den geest. "Hij heeft het recht om ten alle tijde overal heen te gaan, neen niet alleen om overal heen te gaan, maar ook om mij geheel te verlaten! Hij heeft alle rechten, ik volstrekt geene. Maar juist omdat hij dit weet, had hij het niet moeten doen!" Wat had hij dan eigenlijk gedaan? Hij had haar koel en streng aangezien. Dat was wel niet iets bepaalds, iets tastbaars, maar vroeger was het niet zoo geweest, en deze blik scheen haar de voorbode van een nieuwen tijd van koelheid en onverschilligheid. En in het bewustzijn, dat deze tijd reeds aangebroken was, wist zij toch niets daartegen te doen, vermocht zij in haar verhouding tot hem niets te veranderen. Slechts even als vroeger kon zij beproeven hem met haar liefde en haar bekoorlijkheden vast te houden, en even als te voren kon zij slechts des daags door bezigheid en des nachts door morphium de gedachten verstikken aan datgene, wat zijn zou, als hij haar niet meer zou liefhebben. In ieder geval was er nog een middel om hem vast te houden en dat was de scheiding, om dan met hem te trouwen. En zij begon daar nu zelf over na te denken en kwam tot het besluit, den eersten keer, dat hij of Stiwa het gesprek er op zou brengen, zich terstond bereid te verklaren. In zulke gedachten had zij vijf dagen doorgebracht, den tijd, dat hij afwezig zou zijn. Wandelingen, gesprekken met vorstin Warwara, bezoeken in het ziekenhuis en bovenal lezen, lezen van het eene boek na het andere hadden haar dezen tijd verdreven. Maar, toen op den zesden dag de koetsier zonder hem terugkeerde, gevoelde zij, dat zij niet meer in staat was het verlangen naar hem te onderdrukken. Daar werd haar dochtertje ziek. Anna begon het op te passen, maar ook dat schonk haar geen afleiding meer, te minder, daar de ziekte niet gevaarlijk was. Hoeveel moeite zij zich ook gaf, zij kon dit kleine meisje nu eenmaal niet liefhebben en veinzen wilde zij niet. Tegen den avond gevoelde Anna zulk een angst over Wronsky, dat zij reeds besloot zelf naar de stad te rijden, maar na rijp beraad schreef zij dien brief vol tegenstrijdigheden, dien Wronsky ontvangen had. Toen zij den volgenden morgen den zijnen ontving, berouwde het haar, dat zij den haren reeds verzonden had en zij verwachtte met ontzetting ten tweeden male zijn strengen blik te ontmoeten, vooral als hij zou vernemen, dat het kind volstrekt niet gevaarlijk ziek was. Maar toch verheugde zij zich, da
PREV.   NEXT  
|<   423   424   425   426   427   428   429   430   431   432   433   434   435   436   437   438   439   440   441   442   443   444   445   446   447  
448   449   450   451   452   453   454   455   456   457   458   459   460   461   462   463   464   465   466   467   468   469   470   471   472   >>   >|  



Top keywords:

gevaarlijk

 

Wronsky

 
gedachten
 

gevoelde

 

liefhebben

 
houden
 

overal

 

volstrekt

 
vroeger
 

vooral


ontmoeten

 

terugkeerde

 

gesprekken

 

vorstin

 
zonder
 

vernemen

 

tweeden

 

onderdrukken

 

verlangen

 

Wandelingen


koetsier

 

strengen

 

andere

 

hadden

 

ziekenhuis

 

verdreven

 

zesden

 

verheugde

 

Warwara

 
ontzetting

bezoeken

 

bovenal

 

verzonden

 
tegenstrijdigheden
 
veinzen
 
eenmaal
 

ontvangen

 

afwezig

 
meisje
 

besloot


rijden

 
beraad
 
schreef
 
kleine
 

schonk

 

berouwde

 
ontving
 

passen

 

dochtertje

 

verwachtte