voordeele "der broeders" (de oorlog der Serviers tegen
de Turken was toen uitgebroken) gearrangeerd had; ook wenschte zij
zelf hem te leeren kennen.
"Daarna zal er gedanst worden en gij hebt gelegenheid onze schoonheden
te leeren kennen. Het is werkelijk de moeite waard er heen te gaan."
"Not in my line!" antwoordde Wronsky, wiens lievelingsphrase dit was;
maar hij glimlachte en beloofde toch mee te gaan.
Toen zij reeds van tafel opstonden en men begon te rooken, naderde
Wronsky's kamerdienaar hem en reikte hem op een presenteerblad een
brief over.
"Uit Wosdwijenskoje door een expresse," zeide hij veelbeteekenend.
De brief was van Anna. Wronsky kende den inhoud, voor hem te hebben
gelezen. In de veronderstelling, dat de verkiezingen hem niet meer
dan vijf dagen zouden bezig houden, had hij beloofd des Vrijdags
terug te keeren. Heden was het reeds Zaterdag, en dus wist hij, dat
de brief verwijten moest bevatten, dat hij niet op den beloofden tijd
teruggekeerd was. Zijn brief, die hij haar daarom gisteren gezonden
had, zou zij nog wel niet ontvangen hebben.
De inhoud van den brief was inderdaad zooals hij vermoed had, slechts
de vorm was anders dan hij had verwacht en was voor hem bizonder
onaangenaam: Nana was ziek en de dokter had verklaard, dat er een
ontsteking uit ontstaan kon.
"Alleen verlies ik het hoofd geheel, Warwara is voor mij geen hulp,
maar veeleer een last. Ik heb u reeds eergisteren en gisteren verwacht,
nu zend ik naar u om te weten, waar gij zijt en wat gij doet. Ik
wilde eerst zelf komen, maar ik heb mij bedacht, daar ik wist, dat u
dit onaangenaam zou zijn. Geef mij een kort antwoord opdat ik weet,
wat ik doen moet...."
"Het kind is ziek en toch wilde zij zelf komen--onze dochter ziek
... en deze vijandige toon...!"
Het onschuldig genoegen hier, deze verkiezingen, die hem in den grond
onverschillig waren, en daar ginds die sombere, drukkende liefde,
waartoe hij moest terugkeeren.... Wronsky gevoelde thans al het
scherpe dezer tegenstelling.
Maar hij moest nu vertrekken en met den eersten nachttrein reisde
hij naar huis.
XXIX.
Na het onaangename onderhoud van Anna met Wronsky voor diens vertrek,
had zij voor het eerst met ontzetting ingezien, hoe afhankelijk zij
van hem was, en zij had met de grootste zelfoverwinning besloten de
scheiding van hem kalm te verdragen.
Maar in de eenzaamheid, toen zij zich zijn blik herinnerde, waarmee
hij zich op zijn recht op vrijh
|