m Leevend_. En zooveel anderen,
meesterlijke scheppingen.
Als we in ons letterkundig leven terugblikken, vinden we BREDERO
(1585--1618), COSTER (1579--1658), HOOFT (1581--1647), men denke aan
diens _Warenar_, ASSELIJN (1620--1701), BERNAGIE (1656--1699), VAN EFFEN
(1684--1735) en LANGENDIJK (1683--1756), tot BETJE'S geestverwanten, en
die lijn loopt door tot BEETS (1814--1903), wiens realisme echter
gepolitoerd is, tenminste overal een grondverfje heeft: het ruige is
er af, tot zelfs in _Barend_, den tuinmansknecht,--en tot _Multatuli_,
die heel hoog liep met _Blankaart_.
Zooals reeds vermeld is werd BETJE in (1738) geboren, te _Vlissingen_;
zij was de dochter van JAN BEKKER en JOHANNA BONDRIE, een Vlaamsche.
BETJE was van haar geboorte af teer en prikkelbaar--ze werd begaafd en
hartstochtelijk; leergierig was ze en las vroeg boeken, die anderen
pas veel later of nooit lezen.--Niet vrij te pleiten van zekere
koketterie liet ze het zoover komen, dat een zekere GARGON haar kon
ontvoeren; ze was toen pas zeventien jaar. Zij is er met den schrik
afgekomen, _ongedeert_, zooals we van _Sara_ lezen, wie iets dergelijks
overkomt. Opzettelijk historie heeft ze niet geschreven in _Sara_,
maar ongetwijfeld is die _meneer_ R. wel een heugenis aan GARGON en
SARA is niet vreemd aan BETJE.
Ze schrijft haar boek ook _ter waarschuwing_ voor jonge meisjes als
Saartje; van _l'art pour l'art_ had ze geen idee; ze onderwijst
altijd, 't zij ze romans schrijft, of in spectatoriale geschriften,
als _De Grijsaard_, _De Denker_ of _De Borger_. Die weekblaadjes
bleven na _van Effen_ geregeld, en telkens weer onder andere titels
verschijnen.
Na dit voorval met GARGON had BETJE in Vlissingen en in het ouderlijk
huis geen leven. Haar broer LAURENS--die iets had van broeder BENJAMIN
--maakt haar 't leven zuur. Tijdelijk vindt ze een onderkomen bij den
Amsterdamschen advocaat NOORDKERK, die haar wist te kalmeeren. Maar ze
moest weer terug naar Vlissingen.
Het was een uitkomst voor haar, toen ze door dominee ADRIAAN WOLFF,
met wien ze door haar geschriften kennis had gemaakt, altijd
_schriftelijk_ alleen, ten huwelijk werd gevraagd. Dat ging vlug in
zijn werk: den 9den October kwam WOLFF in Vlissingen, den 23sten
ondertrouwden ze, (1759).
WOLFF was in (1707) geboren, dus 31 jaar ouder dan de vroolijke
levenslustige BETJE. Hij was sinds (1730) dominee in de _Beemster_
en weduwnaar van WILHELMINE KAYZER; hij was een geleerd, zelfs
dichterl
|