n lust zonder onderscheiding, begeerte
zonder grenzen en honger naar wat geen gedaante heeft. Toch, alles wel
beschouwd, had Robbie zeker kunnen begrijpen, of in elk geval
vermoeden, dat om voor de hand liggende redenen van zuiver
psychologische merkwaardigheid het belangwekkender voor mij geweest
zou zijn te hooren omtrent ... dan te vernemen dat Alfred Austin
beproefde een bundel gedichten ter wereld te brengen, dat George
Street dramatische kritieken schreef voor de Daily Chronicle, of dat
door iemand die niet instaat is een lofrede uit te spreken zonder
stamelen, Mevrouw Meynell uitgeroepen was als de nieuwe Sibylle van
den stijl....
* * * * *
Wanneer andere ongelukkigen in de gevangenis worden geworpen, zijn
zij, indien zij al beroofd worden van de schoonheid der wereld,
tenminste in zekere mate beveiligd tegen der wereld doodelijkste
slinger worpen en schrikkelijkste schichten. Zij kunnen schuilen in de
donkerheid van hun cel en van hun schande zelf een soort heiligdom
maken. De wereld heeft voldoening gehad en gaat haars weegs, en men
laat hen verder ongestoord lijden. Met mij is het anders gegaan. Smart
is herhaaldelijk op zoek naar mij komen kloppen aan de deuren der
gevangenis. Men heeft de poorten wijd geopend om dat bezoek binnen te
laten. Zoo goed als nooit heeft men mijn vrienden vergund mij te zien.
Maar mijn vijanden hebben steeds ongehinderd toegang gehad. Tweemaal
terwijl ik openlijk terecht stond voor het Bankroetiershof, nog
tweemaal terwijl ik openlijk overgebracht werd van de eene gevangenis
naar de andere, ben ik in een toestand van onuitsprekelijke
vernedering tentoongesteld aan de blikken en de bespotting der
menschen. De boodschapper van den dood heeft mij zijne tijding
gebracht en is weer heengegaan; en in volslagen eenzaamheid en
afgezonderd van alles wat mij troost of schijn van verlichting kon
geven, heb ik den onduldbaren last moeten dragen van ellende en
wroeging, waarmede de gedachtenis mijner moeder mij bezwaarde en mij
nog immer bezwaart. Nauwelijks is die wond door den tijd niet geheeld,
maar gelenigd, of heftige verbitterde en ruwe brieven van
zaakgelastigden bereiken mij. Men bedreigt mij en hoont mij tegelijk
met armoede. Dat kan ik dragen. Ik kan mij wennen aan erger dan dat.
Doch mijn beide kinderen worden mij langs gerechtelijken weg ontnomen.
Dat is en zal altijd voor mij blijven een bron van oneindigen nood,
van oneindig leed, van verdriet z
|