FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67  
68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   >>  
edaan te krijgen, van hier zou zijn gegaan met afschuw voor deze plaats en voor iederen beambte erin, met een bitterheid van haat die mijn leven zou vergiftigd hebben. Ik heb nog een jaar gevangen moeten zitten, maar samen met ons allen heeft menschelijkheid in de gevangenis gewoond, en wanneer ik thans heenga, zal ik mij altijd groote bewijzen van goedheid herinneren, die ik hier van bijna iedereen ontvangen heb, en op den dag van mijn ontslag zal ik velen menschen veelvuldigen dank kunnen betuigen en hun vragen aan mij te blijven denken als ik aan hen. De wijze van behandeling in de gevangenis is in allen deele volstrekt verkeerd. Ik zou er alles voor willen geven om, als ik vrij kom, instaat te zijn daar verandering in te brengen. Het is mijn plan het te beproeven. Toch is er niets in de wereld zoo verkeerd of de geest der menschelijkheid, die de geest der liefde is, de geest van den Christus dien men niet in de kerken vindt, kan het zoo al niet goed maken, dan toch te dragen zonder te groote verbittering van hart. Ik weet ook dat buiten de gevangenis mij vele heerlijke dingen wachten, van wat de heilige Franciscus van Assisi noemt "mijn broeder den wind en mijn zuster de regen", beide even liefelijk, tot de uitstallingen der winkels en de zonsondergangen in de groote steden. Als ik alles opsomde wat mij nog overblijft, weet ik niet waar ik zou ophouden; want God heeft immers de wereld evenzeer voor mij als voor ieder ander gemaakt. Misschien zal ik van hier gaan rijker om iets dat ik vroeger niet had. Ik behoef u niet te zeggen dat voor mij hervormingen op zedelijk gebied even zinloos en oppervlakkig zijn als hervormingen in de theologie. Maar laat het voornemen een beter mensch te worden een stuk zijn van domme kwezelarij, een dieper mensch te zijn geworden is het voorrecht van hen die geleden hebben. En dat meen ik te zijn geworden. Indien na mijn invrijheidstelling een mijner vrienden een feest gaf en mij niet uitnoodigde, zou mij dat geheel onverschillig zijn. Ik kan volmaakt gelukkig zijn met mijzelf alleen. Vrijheid, bloemen, boeken en de maan--wie zou daarmede niet volmaakt gelukkig zijn? Bovendien zijn feesten niet meer voor mij. Ik heb er te veel gegeven om er op gesteld te zijn. Die kant van het leven is voor mij voorbij, tot mijn groot geluk, geloof ik. Maar als na mijn ontslag een mijner vrienden een verdriet had en mij niet toestond het te deelen, zou mij dat bitter krenken. Als hij de deuren van
PREV.   NEXT  
|<   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67  
68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   >>  



Top keywords:

gevangenis

 

groote

 

ontslag

 

volmaakt

 

vrienden

 

mijner

 
wereld
 

hervormingen

 

verkeerd

 

mensch


gelukkig
 

geworden

 

hebben

 

menschelijkheid

 

rijker

 

verdriet

 

Misschien

 

gemaakt

 
vroeger
 

geloof


voorbij

 
alleen
 

zeggen

 

behoef

 

evenzeer

 
immers
 

zonsondergangen

 
steden
 

krenken

 

winkels


uitstallingen

 

deuren

 

liefelijk

 

bitter

 

opsomde

 

toestond

 

deelen

 
ophouden
 

overblijft

 

onverschillig


zedelijk
 
geheel
 

bloemen

 
geleden
 
Bovendien
 
Vrijheid
 

voorrecht

 

daarmede

 

Indien

 

uitnoodigde