enige andere die mythe en legende geschapen
had, en die, wonderlijk genoeg, bestemd was aan de wereld de mystieke
beteekenis van den wijn en de wezenlijke schoonheden van de lelien des
velds te openbaren zooals geene andere, op den Kithairoon of in Enna,
ooit gedaan had.
De zang van Jesajas: "Hij was veracht en de onwaardigste onder de
menschen, een man van smarten en verzocht in krankheid, en een
iegelijk was als verbergende het aangezicht voor hem", had hem
toegeschenen hemzelven te voorbeelden, en in hem werd de prophetie
vervuld. Wij behoeven niet terug te schrikken voor zulk een gezegde.
Ieder afzonderlijk kunstwerk is de vervulling eener prophetie; want
ieder kunstwerk is de omzetting van een idee in een beeld. Elk
afzonderlijk menschelijk wezen behoort de vervulling eener prophetie
te zijn; want elk menschelijk wezen behoort de verwezenlijking van een
ideaal te zijn, hetzij in den geest van God, hetzij in den geest der
menschen. Christus vond den grondvorm en bestendigde hem, en de droom
van een Vergiliaansch dichter, te Jerusalem of te Babyloon, werd in
den langen loop der eeuwen vleesch in hem dien de wereld verwachtte.
"Hij had geen gedaante noch heerlijkheid; als wij hem aanzagen, zoo
was er geen gestalte dat wij hem zouden begeerd hebben", heeft Jesajas
onder meer als kenteekenen van het nieuwe ideaal opgeteekend; en
zoodra de kunst begreep wat dat bedoelde, ging zij open als een bloem
in de aanwezigheid van hem in wien waarheid in kunst aan het licht
trad als nooit te voren. Want is niet waarheid in kunst, zooals ik al
gezegd heb, "datgene waarin het uitwendige de uitdrukking is van het
inwendige, waarin de ziel tot vleesch is gemaakt en het lichaam
doordrongen van geest, waarin de stof openbaring wordt"?
Het meest betreurenswaardige feit in de geschiedenis is voor mij, dat
Christus' eigen renaissance die den dom te Chartres heeft
voortgebracht en den cyclus der Arthur-legenden en het leven van den
Heiligen Franciscus van Assisi en de kunst van Giotto en Dante's
_Divina Commedia_, geen vrijdom gehad heeft zich in haar eigen
richting te ontwikkelen, maar verstoord en bedorven werd door de
treurige classieke Renaissance die ons Petrarca schonk en Raphaels
fresco's en Palladio's bouwstijl en het vormelijke Fransche treurspel
en de St. Paulskerk en Popes gedichten en alles wat van buiten af
gemaakt wordt en volgens doode regels, en niet uit het binnenste
opwelt door den bezielenden geest. Maar overal waar e
|