Denk niet dat ik wien ook verwijt zou willen maken van mijne
ondeugden. Mijn vrienden hadden daarmee even weinig te maken als ik
met de hunne. De natuur was in dit opzicht ons aller stiefmoeder. Wat
ik hun wel verwijt, is dat zij den mensch dien zij te gronde richtten,
niet waardeerden. Wat kon het hun schelen zoolang mijn tafel rood was
van wijn en rozen? Mijn genie, mijn leven als kunstenaar, mijn werk en
de rust die ik daarvoor noodig had, golden hun niets. Ik geef toe dat
ik mijn hoofd kwijt raakte. Ik was buiten zinnen, onmachtig tot
oordeel. Ik deed den eenen noodlottigen stap. En nu zit ik hier op een
houten bank in een gevangeniscel. In alle treurspelen is een
belachelijk element. Gij kent het in het mijne. Denk niet dat ik
mijzelf geen verwijt maak. Ik vervloek mijzelf dag en nacht om de
dwaasheid dat ik iets buiten mij mijn leven liet beheerschen. Als er
een echo was in deze muren, zou zij voor eeuwig het woord "dwaas"
herhalen. Ik schaam mij uitermate over mijn vriendschappen.... Want
naar hun vrienden kan men de menschen beoordeelen. Het is de toets
voor iedereen. En ik onderga als een grievende verlaging de schaamte
over mijne vriendschappen waarvan gij een volledig verslag kunt lezen
in mijn proces. Het is voor mij een dagelijksche bron van geestelijke
vernedering. Aan sommige van haar denk ik nooit. Zij vallen mij niet
lastig. Maar wat doet het er toe?.... Om de waarheid te zeggen, lijkt
mijn geheele tragedie mij belachelijk en niets meer. Want doordat ik
mij liet lokken in een val ... in den vuilsten modder van Malebolge,
zit ik nu tusschen Gilles de Retz en den markies de Sade. Er zijn
plaatsen waar het niemand geoorloofd is te lachen behalve werkelijk
krankzinnigen, en zelfs in hun geval is het nog een inbreuk op het
voorgeschreven gedraganders geloof ik dat ik er om zou kunnen lachen.
.... Laat overigens niemand veronderstellen, dat ik anderen onwaardige
beweegredenen toeschrijf. In waarheid waren zij in het leven
beweegredenen rijk. Beweegredenen zijn intellectueele dingen. Zij
hadden enkel hartstochten, en dergelijke hartstochten zijn valsche
goden die slachtoffers eischen tot elken prijs, en in dit geval een
slachtoffer hebben gehad, bekranst met laurier.
Nu heb ik den doorn uitgetrokken. Die weinige neergekrabbelde woorden
van U woekerden vreeselijk. Nu denk ik enkel aan Uw ophanden herstel
en hoe gij mij eindelijk het wonderbaarlijke verhaal van.... schrijven
zult.
Breng mijne dankbare gro
|