rij liepen op de binnenplaats te Wandsworth en mij
toefluisterde met de heesche gevangenisstem die men krijgt van lang
gedwongen stilzwijgen: "Ik heb met u te doen; het is erger voor
menschen als u dan voor menschen als ons."
Een groot vriend van me--een vriend van tien jaar her--kwam mij
eenigen tijd geleden opzoeken, en zeide mij dat hij geen enkel woord
geloofde van wat tegen mij beweerd werd, en verzekerde mij
nadrukkelijk dat hij mij voor volkomen onschuldig hield en voor het
slachtoffer van een afgrijselijk complot. Zijn woorden deden mij in
tranen uitbarsten. Ik vertelde hem, dat, al mocht onder de
uitgebrachte beschuldigingen veel zijn, dat geheel onwaar was en mij
aangewreven door weerzinwekkende boosaardigheid, mijn leven toch vol
pervers genot geweest was, en dat ik, indien hij dat niet als een feit
aannam en het zich volkomen indacht, onmogelijk langer met hem
bevriend kon zijn of nog ooit in zijn gezelschap verkeeren. Het was
een vreeselijke slag voor hem, maar nog zijn wij vrienden, en ik bezit
zijn vriendschap niet op grond van leugenachtige aanspraken. Zooals ik
al zei, het is pijnlijk de waarheid te zeggen. Maar gedwongen liegen
is veel erger.
Toen ik bij de eindzitting van mijn proces op de zondaarsbank zat te
luisteren naar Lockwoods vernietigende aanklacht tegen mij--het klonk
als een stuk uit Tacitus of uit Dante, als een van Savonarola's
boetpredikingen tegen de Roomsche pausen--, herinner ik mij hoe,
midden in den walg van afgrijzen voor wat ik hoorde, plotseling de
gedachte bij mij opkwam, _hoe grootsch het zou wezen, indien ik zelf
daar stond en al deze dingen tegen mij inbracht_. Ik zag toen op
eenmaal in dat het waardeloos is, wat men van iemand zegt. De vraag is
wie het zegt. Het allerhoogste levensoogenblik eens menschen, ik heb
daaromtrent geen twijfel, is wanneer hij nederknielt in het stof en
zich op de borst slaat en al de zonden van zijn leven uitspreekt.
Gevoelsaandoeningen, zooals ik ergens in _Intentions_ zeg, zijn
krachten beperkt in uitgestrektheid en in duur evenzeer als de
krachten der physische energie. De kleine wijnbeker die gemaakt is om
een zekere hoeveelheid in te houden, houdt zooveel in en niet meer, al
staan al de purperen kuipen van Bourgondie boordevol wijn en zinken de
treders tot hun knieen in de saamgelezen druiven van de steenige
wijngaarden van Spanje. Geen dwaling is meer algemeen dan dat men
denkt dat zij die de oorzaak of aanleiding xijn van des levens g
|