tot de bewustheid opklimmen, dat wij ons maatschappelijk leven
en onzen geest van tijd tot tijd met opzet opfrisschen in de natuur, dat
de cultuur en de natuur in ons tot harmonie komen.
Als men dat ondervindt, houdt de trek naar de natuur op, een verzet
tegen de beschaving, en de beschaving een strijd tegen eenvoud en
natuurlijkheid te schijnen. Het bewustzijn wordt geboren,. dat zij in
ons verzoend te zamen kunnen zijn, en de morgengloor van een nieuw leven
heeft aangebroken. Eenheid te brengen in de verscheidenheid, harmonie in
het uiteenloopende en een evenwicht te scheppen van alle bijzondere
deelen, ziedaar een der grootste vraagstukken in de levenskunst.
* * * * *
In de rust van dit evenwicht sluit ik mijn brief. Ik behoud mijne
maatschappij en hare beschaving,--maar ik behoud ook mijne
natuurwandelingen. Wees hartelijk gegroet van
C.V.
NOOT:
[5] Dit is de beteekenis hunner namen Tanngnistr en Tangrisnir.
* * * * *
VAN TWEE KONINGSKINDEREN.
Het was in oude, oude tijden.
Daar woonden in een heerlijk oord der wereld twee kinderen, tusschen
wier geslachten de aarde sinds onheuglijke tijden was verdeeld geweest.
In het rijk van Verstand heerschte, de oude koning intellectus, en in
het land van Gevoel de oude koning Sensorius, en zij waren koningen der
Alven, die toen de aarde bewoonden, en tusschen hen en hunne volken was
een eindelooze vijandschap, die al sinds eeuwen van geslacht tot
geslacht was overgeleverd.
Het paleis van koning Intellectus was in de rots uitgehouwen en het
huisraad was van metaal en marmer, want de onderdanen van dezen koning
waren kundig in alle nuttige werken van steenhouwen en
metaalbewerking;--zij wisten de groeven en mijnen op te sporen en kenden
de toepassing van allerlei krachten der werktuigkunde. Ernstig, maar
niet helder en opgewekt van gemoed, waren zij altijd aan het werk. Geen
vreugde bood ontspanning, geen poezie bezielde, geen schoonheid adelde
het leven, en hoe verstandig de wijze koning regeerde en de welvaart
toenam, er was in, den toestand van het volk altijd iets, dat
onaangevuld was, en iets, dat zekere kilheid, zekere stroefheid bezat.
Koning Intellectus en zijne gemalin Nutte hadden maar een kind, een
zoon, den krachtigen jongeling Logicos, den roem en de hoop des lands.
In het andere gedeelte der aarde was het rijk van Gevoel. He
|