FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185  
186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  
or te stellen van Mimosa en Logikos, maar dan was men even ver als vroeger en er was niets gewonnen. Men wilde dus trachten, nog eenig voordeel bovendien te bedingen. Gezanten waren intusschen naar het hof van Sensorius gezonden, om over de uitlevering van Logikos te onderhandelen. Intellectus zat nog altijd te peinzen over de voordeeligste wijze, waarop hij zich uit den zonderlingen loop van zaken zou redden. Te midden dier overdenkingen kwam hem de koningin Nutte bezoeken. --Verstandige koning, zeide zij, ik wenschte u te spreken over allervreemdste zaken. Gij weet, dat de schoone Mimosa,--want wij moeten toch erkennen, dat zij schoon is, wat een dwaas en verstandeloos schepsel ze ook zij--bij mij werd gebracht, toen zij in zwijm was gevallen. Toen ik haar met eenige waterdroppels had hersteld, begon zij te weenen en viel mij om den hals:--Ach! zei ze, gij zijt ook moeder; bedenk, wat mijne moeder lijden moet, nu zij het gevaar kent, waarin ik ben! --Maar wat ik verder van haar vernam, gij zoudt het u niet kunnen verbeelden, is niets meer of minder dan dat zij verliefd is op Logikos, en--vertoorn u niet, wijze koning--hij op haar.--Door, het jachtbedrijf medegesleept was hij ver, zeer ver verdwaald in een bosch, en daar had hij haar ontmoet; wekelijks kwamen zij daar bij elkander, en het is daar, dat hij gevangen werd genomen. --Ziet gij den toeleg niet? riep Intellectus met nadruk: zij heeft hem verraden.... --Onmogelijk, antwoordde de vorstin, want zij wist niet, wie hij was, en het was niet minder door deze ontdekking dan door het hooren van zijne gevangenneming, dat zij in zwijm viel. --Ziedaar dan, sprak de koning met bitter verwijt tot den diepdenkenden Logarithmos, die naast zijn zetel stond, ziedaar de vrucht uwer opvoeding! Aan u was die toevertrouwd; wijsheid en beradenheid hadden hem van u moeten toevloeien, en de hartstochten hadt gij in hem moeten dooden; en wat hebt gij gedaan? --De jacht is de leerschool voor den krijg, merkte de verootmoedigde wijze schoorvoetend aan. --Mits zij met een scherp oog en eene vaste hand gedreven worde, en met koel zelfbedwang; daarin ligt de eerste reden van zijn ongeluk. En die liefde, vervolgde de koning verachtelijk, waarom hebt gij dien hartstocht in hem laten bestaan? --Ik wist waarlijk niet, dat die in hem bestond, zei de verlegen wijze. --Vertrek! gebood de koning, en laat mij met de koningin alleen. * * * *
PREV.   NEXT  
|<   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185  
186   187   188   189   190   191   192   193   194   195   196   197   198   199   200   201   202   203   204   >>  



Top keywords:

koning

 

moeten

 

Logikos

 

Mimosa

 

moeder

 

koningin

 

Intellectus

 

minder

 

bitter

 

Logarithmos


diepdenkenden

 

gebood

 

verwijt

 
alleen
 

toeleg

 

nadruk

 
genomen
 
gevangen
 

ontmoet

 

wekelijks


kwamen

 

elkander

 
verraden
 

hooren

 

gevangenneming

 

Ziedaar

 

ontdekking

 

Onmogelijk

 

antwoordde

 

vorstin


gedreven

 

hartstocht

 

bestaan

 

scherp

 

ongeluk

 

liefde

 

vervolgde

 

verachtelijk

 

eerste

 

zelfbedwang


daarin

 

waarom

 

schoorvoetend

 
verootmoedigde
 

beradenheid

 

wijsheid

 

hadden

 

bestond

 
toevloeien
 
toevertrouwd