FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102  
103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   >>   >|  
te strekt zich van het noorden naar het zuiden tusschen de beide poolcirkels, en van het westen naar het oosten tusschen Azie en Amerika uit, over eene lengte van 145 deg.. Het is de kalmste zee; men vindt er breede en langzame stroomen in; het verval is middelmatig, en er vallen overvloedige regens in. Zoodanig was de Oceaan, welke mijn noodlot mij in de vreemdsoortigste omstandigheden zou doen doorreizen. "Mijnheer de professor," zeide kapitein Nemo, "als gij wilt, zullen wij eens poolshoogte van onze ligging nemen, en het punt van vertrek voor deze reis bepalen; het is kwart voor twaalven, ik zal dus weder naar de oppervlakte stijgen." De kapitein drukte driemaal op een electriek klokje; de pompen dreven het water uit de vergaarbakken; de naald van de manometer wees door verschil in drukking het stijgen van de Nautilus aan, tot dat alles stilstond. "Wij zijn er," zeide de kapitein. Ik ging naar de middeltrap die tot het plat voerde. Ik besteeg de metalen treden, en door het geopende luik kwam ik boven op de Nautilus. Dit plat stak slechts 80 centimeter uit zee; de voor- en achtersteven van het vaartuig hadden zulk een vorm, dat men het vrij nauwkeurig met een lange sigaar kan vergelijken. Ik bemerkte dat de ijzeren platen even over elkander waren geschoven, en eenige overeenkomst hadden met de schubben van eenig kruipend dier. Ik begreep dus vrij natuurlijk dat dit schip, niettegenstaande de beste kijkers, altijd voor een zeemonster gehouden werd. In het midden van het plat stak de sloep, welke half in het schip verborgen was, eenigermate uit. Voor en achter bevonden zich twee kooien van middelmatige hoogte met schuine wanden, en voor een deel door groote lenzen gesloten; de eene kooi was voor den stuurman, die de Nautilus stuurde, in de andere schitterde het krachtige electrieke licht, dat het schip op zijn weg verlichtte. De zee was kalm en de hemel helder. Het lange vaartuig voelde nauwelijks iets van de zachte schommelingen van den Oceaan; een licht oostewindje rimpelde het watervlak; de gezichteinder was zonder nevels en liet dus de beste opmetingen toe. Er was niets in het gezicht; geen klip, geen eiland, geen Abraham Lincoln, niets dan de oneindige ruimte. Kapitein Nemo ging met zijn sextant in de hand de hoogte der zon opnemen, waardoor hij de breedte leerde kennen; hij wachtte eenige minuten, totdat de zon hare grootste hoogte bereikt had; terwijl hij zijne observatien deed, bewoog zich geen
PREV.   NEXT  
|<   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102  
103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   >>   >|  



Top keywords:
hoogte
 
kapitein
 
Nautilus
 
Oceaan
 

eenige

 

stijgen

 

hadden

 

vaartuig

 

tusschen

 

wanden


schuine

 

schubben

 

overeenkomst

 

gesloten

 

lenzen

 

begreep

 

groote

 
kruipend
 
natuurlijk
 

kooien


verborgen

 

eenigermate

 
stuurman
 

midden

 

gehouden

 

kijkers

 
middelmatige
 

bevonden

 

altijd

 
achter

zeemonster

 
niettegenstaande
 

nauwelijks

 

opnemen

 
waardoor
 

breedte

 

leerde

 

sextant

 

Lincoln

 

oneindige


ruimte

 
Kapitein
 
kennen
 

wachtte

 

terwijl

 

observatien

 

bewoog

 

bereikt

 

minuten

 
totdat