te bereiken. De aanlegplaats is bijna buiten het gezicht der stad;
dus kon ik er geen bezoek aan brengen. Maar er is niet veel te zien,
en zij heeft geen beste reputatie, wat betreft den bodem en het
klimaat. Door Astrabad staat Tsjitsjikan met het telegraafnet van
Perzie in gemeenschap; maar de transkaspische spoorweg heeft aan
dezen militairen post al zijn belangrijkheid ontnomen.
Toen wij onzen weg naar het zuiden vervolgden, zagen wij al spoedig,
hoe het klimaat snel veranderde. Na het dejeuner bevonden wij ons
tegenover het russische marine-station Asjoer-Ada, en voor ons lag,
in dichte nevelen gehuld, Iran.
De Asjoer-Ada-eilanden maken deel uit van een zandbank, door den
noordenwind gevormd, die de heerschende is in deze streken. Daarachter
breidt zich een wijde lagune uit, _Murdal_ of dood water geheeten,
waarin zich veel rivieren uitstorten, die alluviale aanslibbing
aanvoeren. Men treft veel van die lagunen langs de kust aan; die
van Enzeli is het meest bekend; maar de baai van Astrabad, om ons
te bedienen van den naam die gewoonlijk op de kaarten staat, is het
diepst. De stoombooten kunnen er tot vlak aan de kust komen en zijn
niet genoodzaakt te lossen voor de zandbank, zooals te Enzeli.
Asjoer-Ada, dat een verschrikkelijk ongezonde post moet zijn, werd
in 1858 door Rusland bezet, toen men besloot een eind te maken aan
de zeerooverijen van de Turkomannen. De regeering van den czar is
herhaaldelijk uitgenoodigd, zich terug te trekken van de plek, die,
in strikten zin genomen, nog perzisch grondgebied is; maar zoo zij aan
dien wensch gevolg gaf, zou de zeerooverij maar al te spoedig weer
het hoofd opsteken. Daar tengevolge van het tractaat van Gerlistan
de perzische vlag niet over de Kaspische Zee mag waaien, wordt alle
politie daar uitgeoefend door de groote mogendheid van het Noorden.
Drie aanlegplaatsen waren bij het eiland aangebracht, 'twelk zoo smal
is, dat het schuim der golven er bij slecht weer overheen vliegt. Na
een langzame vaart door de stille en rustige lagune, legden wij aan
bij een vuurtoren tegenover Bandar-Gaz. Wij namen onze bagage bijeen
en werden in een roeiboot overgebracht naar een havenplaatsje in een
treurigen staat van verval. Tegen het vallen van den avond bevonden
wij ons op perzischen grond, bestaande uit dikke, glibberige modder.
Ik had geen voorkeur, waar wij zouden heengaan; maar Joessoef Abbas,
een geleerde Pers, dien ik te Odessa aan mij had verbonden, en die meer
g
|