Vier mijlen van Bam verwijderd, bracht een steile daling ons tusschen
de gehuchten, die het dorp Bora samenstellen; er is een bevolking
van 5000 inwoners en het voert jaarlijks 120,000 pond henneh uit,
behalve granen en dadels.
Te Vakilabad, waar wij aankwamen, na langs een mooi, beschaduwd
riviertje te zijn gegaan, hadden wij het district Narmasjir
bereikt. Met zijn sierlijke tamarinden en mimosa's schijnt het land
een losgeraakt stukje van Sind. Het is er veel warmer dan in Bam. Tot
in het midden der 19_de_ eeuw was het in 't bezit van de Afghanen,
en tegenwoordig begint het eerst weer een weinig vooruit te gaan.
Ook verder bleef de streek goed besproeid, en er groeiden echte boomen,
tot we bij een reuzenuitgestrektheid jungle kwamen en van daar in
de woestijn, die weer door jungle gevolgd werd, te midden waarvan
het dorp Rigan is gelegen. Het lijkt nog al wat op de kaart, maar
het bestaat in werkelijkheid slechts uit een fort van gebakken leem,
waar een garnizoen ligt van tien soldaten, en uit eenige huizen voor
een bevolking van niet meer dan tweehonderd zielen. Te Rigan vonden
wij een wanhoopsboodschap van den perzischen commissaris, dien wij
bijna overvallen hadden, met verzoek onze komst uit te stellen. Wij
hielden met die smeekbede geen rekening.
Tusschen ons en Bampoer strekken zich 250 K.M. van de Loetwoestijn
uit. Maar daar het de beide vorige dagen zwaar geregend had, konden
wij over meer en beter water beschikken dan meestal de reizigers kunnen
doen, en wij legden den weg in negen dagen, bijna zonder ophouden, af.
Te Grazak, ongeveer op twee derden van den weg, verbaasde het ons,
eenige tenten van nomaden te zien en een boschje van palmen. Ten slotte
bereikten wij de rivier Bampoer bij Koesjgardan, waar ik reeds geweest
was. Daar ontmoetten wij eene afdeeling gewapende kameeldrijvers, en
ik heb zelden een woester en ongeregelder troep aanschouwd. Beschermd
door dat escorte en door onze cavalerie van kleine pony's, bereikten
wij Bampoer en van daar Fahradsj.
Op die plaats werden wij met groote staatsie ontvangen; het garnizoen
stond langs den weg geschaard, en de muziek speelde het volkslied. De
commissaris kwam kort na ons aan.
Wij huurden hier dertig beloetsjistansche kameelen, en kwamen overeen,
dat ik een dagreis vooruit zou gaan, om aan de grens tegenwoordig te
zijn, als de Perzen kwamen. De dagen begonnen zeer warm te worden. Te
Soran meldde een bericht van kolonel Holdich mij, dat zij Pa
|