Een nieuwe tocht ter grensvaststelling was noodig, om het werk te
voltooien van de engelsch-perzische commissie, tusschen Afghanistan,
Beloetsjistan en Perzie. Op 2 Januari 1899 waren wij te Robat-Kelat
aangekomen, dichtbij den zuidwesthoek van Afghanistan, en we zouden
Seistan binnentreden. Zonder weer het werk der grensregeling te
beschrijven, wil ik een en ander meedeelen over de aardrijkskundige
gesteldheid van dit land, dat tot nu toe zoo onvoldoende bestudeerd is.
Seistan is het land der roemrijke geslachten van krijgers, waar Rustem
uit is voortgekomen, de held van Firdoesi's heldendicht, die nu nog,
als voor duizend jaren, de nationale held der Perzen is. Al wat men
niet begrijpt, wordt aan hem toegeschreven, zelfs bij voorbeeld de
sassanidische beeldhouwwerken op de rotsen te Persepolis.
De tijd der dynastieen van Parthen en Sassaniden wordt in die
provincie door geen merkwaardige gebeurtenissen gekenmerkt; maar
de arabische veroveraars zijn er misschien verantwoordelijk voor,
dat de zeer oude steden Keikobad en Garsjap totaal verwoest zijn,
en dat op die plekken arabische steden zijn verrezen.
In 1363 maakte hij, die later de beroemde Timoer worden zou, zich van
verscheiden dorpen meester; maar hij werd verslagen en moest zich in
Makran terugtrekken. In dezen veldtocht deed hij de wonde op aan den
voet, die hem den bijnaam _lang_, den kreupele, bezorgde, waardoor hij
Timoerlang of Tamerlan werd. Hij verscheen weer een-en-twintig jaren
later, maar als veroveraar en moordenaar en maakte zich van Zirra,
daarna van Zalidan meester, dat toen waarschijnlijk de hoofdstad der
provincie was. Het garnizoen der stad werd aan zijn degen geregen, en
de ruinen bleven aan de jakhalzen overgelaten, die er nog leven. Tot
overmaat van ramp vernielde Timoer het groote afdammingswerk, dat
den naam van _Band-i-Rustem_ droeg.
Door zulke rampen veranderde geheel het voorkomen der
provincie. Seistan, bestaande uit het meer en de delta, door de
Helmand gevormd, was op dat oogenblik door aanslibbing der rivieren
aan de noordzij van het meer ontstaan, terwijl het latere bewoonde
Seistan op de plaats lag van het verdwenen en uitgedroogde meer.
Dat Alexander de Groote op zijn tocht deze streken passeerde, bewijst,
dat zij toen niet zoo droog waren als tegenwoordig, en op een groot
deel van Azie is ditzelfde van toepassing.
Het tegenwoordige Seistan heeft de Helmand of Hilmend tot oostgrens,
terwijl zich in het Noorden en West
|