rijdt kunt herkennen,
en zij kunnen die verduistering tot zeven dagen doen duren."
Op deze uitzondering na is de herfst verrukkelijk, ofschoon de Perzen
de temperatuur te laag vinden en er koorts van krijgen. Dat laat
zich verklaren, daar zij teveel vruchten eten. In den winter vriest
het sterk en meestal is de lucht volkomen helder. Gewoonlijk valt er
eenige regen tegen het eind van November en een weinig sneeuw valt
in December. In Januari heeft men, als het een goed jaar is, drie of
vier dagen van zwaren sneeuwval; maar de sneeuw smelt spoedig in de
vlakte. Zoo zingt de dichter Omar Khaygam: "De hoop der wereld, waar
de menschen hun hart op stellen, wordt asch of wordt werkelijkheid;
maar dan, evenals de sneeuw op de stoffige woestijnoppervlakte,
schittert zij een kort oogenblik en verdwijnt."
Maar toch zou zonder de bergen, die de schatten aan sneeuw bewaren voor
de tijden van nood, zuidoostelijk Perzie volkomen onbewoonbaar zijn. In
Garmsir zijn de wintermaanden zeer aangenaam, maar zelfs in Maart
wordt een tent verbazend warm, en de zomer is drukkend en ongezond,
ofschoon op vele plaatsen gemakkelijk bestijgbare bergen koelte bieden.
De bevolking van deze groote provincie telt misschien 750,000 inwoners,
die men kan verdeelen in lieden met vaste woonplaatsen en in nomaden;
de laatsten zijn zeer talrijk. De menschen uit de steden en dorpen
zijn voor het meerendeel Iraniers. De horden der overweldigers, die
achtereenvolgens kwamen opdagen, hebben bijna altijd een zwervend
leven geleid, een leven zoo ongeveer als ons in het Boek Job wordt
beschreven.
De reiziger, die uit Europa komt, vindt de onvruchtbaarheid van het
land verschrikkelijk, en wat treurig mag heeten, zij is bezig toe
te nemen. Naarmate de bevolking zich meer aan vaste woonplaatsen
gewent, raakt de voorraad hout meer uitgeput, vooral door het werk
der kolenbranders. Steenkolen zijn er in het land niet, en op bijna
geen enkelen berg vindt men een echt bosch. Meestal treft men min of
meer verspreide boschjes aan van struiken; die de gomsoort tragacanth
leveren of de _assa foetida_, die in de apotheek gebruikt wordt. Op
de bergen groeien, naar men mij zeide, allerlei Alpenplanten.
Reizen in Zuid-Perzie beteekent gewoonlijk gaan over een grond, die
een verblindend licht terugkaatst tusschen steenachtige hoogten. De
vermoeide reiziger begroet met geestdrift elk klein beekje, zelfs een
stumperige wilg lijkt hem een bewonderenswaardig ding bij zoo g
|