nog in banden. Wat oud is en vervallen en niet meer mocht bestaan,
overheerscht nog schijnbaar. Maar dat oude is al hol en verbrokkeld,
zijn tijd is voorbij, en een gevoel van vernieuwing herleeft; ja
zachtjes begint de wind reeds te blazen die de belofte van het nieuwe
brengt....
Laat mij, om de beteekenis aan te toonen van het jaar 1828, als
uitgangspunt voor den dichter, een overzicht nemen over de afgeloopen
eeuw.
* * * * *
Het hoofdmoment van de 19e eeuw is de Revolutie die haar inleidt, de
groote Omwenteling. Men denkt daarbij het eerst aan Frankrijk, aan een
staatsorde die werd omgekeerd, aan staatsgrenzen die werden gewijzigd en
opgeheven; maar het was niet uitsluitend een politieke gebeurtenis; zij
had ruimer gebied in Europa, zij greep den geheelen mensch aan en zij
hervormde menschengeest en menschengevoel.
Wat men noemt de revolutionaire beweging of de hervorming van het eind
der 18e eeuw, dat heeft de dingen der wereld verplaatst en in een ander
licht gesteld: de menschen naderden tot elkander over de afscheiding van
hun stand en volksaard, de dingen verlieten hun vakken en indeelingen,
alles werd bezield door een geest van eenheid en verwantschap. Een nieuw
leven komt over het aangezicht van de aarde. Men staat anders dan
voorheen tegenover de natuur en tegenover zijn medemensch, tegenover
zijn verleden en zijn toekomst. Eenheid is het wachtwoord, en het is
alsof nu eerst de menschheid bezit gaat nemen van de wereld door haar
medegevoel.
Men leerde toen den band onderscheiden en begrijpen die alle kennis en
wetenschap verbindt, onderling en met den geest zelf van den mensch;
en de doode massa van feiten en waarnemingen verrees daardoor tot een
opstanding. Het was een albezieling. De menschen vonden zich op eenmaal
terug, rijker, machtiger, grooter. Nieuwe krachten werden in hen
ontbonden. Verbeelding, inzicht, energie van denken groeiden aan[3].
Het was een nieuwe spanning der vermogens....
Wanneer men zich de laatste jaren der 18e en nog de allereerste jaren
der 19e eeuw voorstelt, moet men dien krachtigen, alles meeslependen
adem van het nieuwe geestesleven voelen heengaan over de wereld.
* * * * *
Het Scandinavische Noorden deelde eerst laat in de beweging. Hendrik
Steffens[4], een man uit Noorwegen maar van Nederduitsch bloed, ging
naar Duitschland om zijn ziel in de atmosfeer van groote ideeen te
bevrijden van haar druk.
|