FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   >>   >|  
beide handen beefden, en haar hals rok ze uit, de bruine pezen toonend boven hare witte krage, tusschen de blinkende oorbellen schijnbaar bruiner nog. Hare stemme steeg uit lage diepten, werd koortsig en sidderde, schoot weg in klaterende klanken en schorrelde thoope, lijk een pak blekken schervels, droge en ruig. --Maar nu sterft Wiezeken? Maar nu sterft het arme dutseken door den wil van God, door ulder koppigheid, ulder te gare. En als Romaan en Madeleen buiten geworpen werden, uit het andere huis, omdat ze niet wettig getrouwd waren, en als we samen het moeielijk hadden en aleens honger kregen--is dan mevrouw Wilder dankbaar geweest, dankbaar omdat Madeleen zich, naar hare goesting alzoo, lijk een slonse gedroeg?... Ik hebbe gewerkt met mijne oude vingeren, en met mijne oude oogen hebbe 'k gewerkt, en nu wonen we in een leelijk huis, waar Madeleen zich voort lijk een slonse mag gedragen. En nu sterft mevrouw Wilder niet. Ze zal wel gezond zijn, als Wiezeken sterft. Dan is Wiezeken uit de voeten.... --Ho! Ho!... tante Olympe.... Goedele was niet toornig--ze berispte stille, omdat tante Olympe bedaren zou. Maar tante Olympe moest uitspreken en naarmate hare stemme gebroken en afgemat, luttel werd, liepen sneller en zwaarder hare tranen over haar roerend aangezicht. --Ik mag het u zeggen, juffrouw Goedele. Ge zijt ons allen lief en genegen.... Ze begon meteen te snikken. Het groote geweld was over, en ze kloeg nu, al hakkelend en schokkend. Haar lijf zakte ineen en ze was moe, kromme en scheef lijk te voren. --Och! kind, we doen zoo moedig ons devooren, gedrijen. Romaan is nog altijd op de fabriek; hij wint daar niet veel en we moeten hem helpen met borduurwerk. We doen het geerne, we doen het geerne.... Maar laat ze trouwen, als 't u belieft. Ik heb al zooveel geleden voor Madeleen, van toen ze klein was en hare ouders had verloren. Ik heb ze opgebracht en ze leeft in mijn herte. Laat ze nu trouwen, laat ze haar eer hebben, die 'k zoo jaloersch hebbe bewaard. Laat ons hier weggaan, uit dees open huis, en laat Wiezeken later een naam dragen ... niet waar? Ben ik nu redeloos? Mag mevrouw Wilder redeloos zijn? En zou ze sterven, omdat een meisje eerlijk blijven wil? Zou ze? Maar ik, ikke, juffrouw, ik ga nu ook weg, door hare schuld dat voele 'k--en ik zie Romaan en Madeleen allebei zoo geerne.... Ze moest gaan neerzitten op een stoel, en Goedele klopte zoetekens op hare schouders, een braaf woord zeggend,
PREV.   NEXT  
|<   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58  
59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   >>   >|  



Top keywords:

Madeleen

 

Wiezeken

 

sterft

 
Romaan
 

geerne

 
Olympe
 

Wilder

 

mevrouw

 
Goedele
 
dankbaar

redeloos

 

slonse

 
trouwen
 
gewerkt
 
stemme
 

juffrouw

 

handen

 

beefden

 

kromme

 
zooveel

hakkelend

 
schokkend
 

belieft

 

devooren

 

scheef

 

fabriek

 
gedrijen
 
geleden
 

helpen

 

borduurwerk


moedig

 

moeten

 

altijd

 

verloren

 

schuld

 

sterven

 

meisje

 
eerlijk
 

blijven

 

schouders


zeggend
 

zoetekens

 
klopte
 
allebei
 
neerzitten
 

opgebracht

 

geweld

 
ouders
 
hebben
 

dragen