FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53  
54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   >>   >|  
gepeinzen. Ze was moe. Ze haperde aan wrevelige herinneringen, al kleinigheidjes die groot werden in haren geest en waarmee ze dan een gedwongen hopeloosheid wilde bewijzen. Ze redeneerde tegen haar eigen zelve en gebruikte daartoe de minste gebeurtenis. Nimmer had ze met meer zekerheid de ijdelheid gevoeld van dees huis, de ijdelheid van dees leven. Het soepee walgde haar. 't Kwam in groote geuten naar haar hoofd, en al die menschen, elk met zijn particuliere dwaasheid, waren leelijk en terugstootend. Het beeld van mijnheer Devleeschhouwer krenkte haar, en zijne nietige vrouw, waanzinnig in kleine eerzuchtjes, kon ze niet verdragen. Bella ook werd haar een folterend hysterisch popje, aldoor smachtend en aroetekoeend en potsierlijk. Hare ouders zelve bezeerden hare gedachten--moeder was valsch en vader was klein en grootvader was vrekkig. Ze zag nog den zwaren nekke van Alfred, binstdat hij op 't klavier spelend was, en zijn droog haar saamloopend, tenden zijn bolle hoofd, tot een stekelig sterreken.... Ze achtte zich, met een haastigen schok, verveeld en vernederd door eigen verbeelding. Ze kleedde zich uit en vlocht heur haar bij dichte stringen en wond die in een kanten kapje saam. Ze stond nadien voor den spiegel, bloothemds, en bekeek de schoonvervige naaktheid van haren hals, hare opwellende borsten, hare armen. Ze was groot en geweldig en majestatisch. Ze kwam haar eigen meteen voor als een aanbod, als een koopveerdige voorstelling, als een die zich niet bezittend was en eigendom zou worden. Een stijgende fierheid sloeg, met den stevigen klop van haar bloed, tegen hare slapen en ze voelde zich machtig, boven 't gepeuter en de ellende van dees huisgezin, boven al de luttele woorden, die flauwasemend neerzegen, menig en vederlichte. Ze wilde een forsig gezegde beluisteren, den vurigen toets van mannelijke armen belijden, ze wilde zich verdedigen met hare tastende handen en toch overwonnen worden.... Ze viel neer op haren stoel, sidderend en hijgend. Ze dacht aan Sebastiaan, hoorde nog het zoeterig gefluister zijner liefde, zag nog het vroom gebaar zijner kunstige lippen, en zijne oogen, diepe en stille, zijne blauwe oogen. Ze werd, in een scherp zicht, gewaar dat hij over haar niet heerschen zou, dat zij hem gewillig verdragen zou, en hem in dankbaarheid voor vredige uren liefhebben. Zij en bereikte, met een verste gepeins, geen wijde hoop in de toekomst, en haar hoofd zonk op hare borst, verduldig, begrijpe
PREV.   NEXT  
|<   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53  
54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   >>   >|  



Top keywords:

ijdelheid

 

worden

 

verdragen

 

zijner

 

slapen

 

gezegde

 

machtig

 

voelde

 

forsig

 

flauwasemend


luttele

 

ellende

 

neerzegen

 

woorden

 

gepeuter

 

huisgezin

 

vederlichte

 

borsten

 
opwellende
 

geweldig


majestatisch

 
naaktheid
 

spiegel

 

bloothemds

 

bekeek

 

schoonvervige

 

meteen

 

aanbod

 

fierheid

 
stevigen

stijgende
 

beluisteren

 

koopveerdige

 

voorstelling

 
bezittend
 
eigendom
 
dankbaarheid
 

gewillig

 
vredige
 

liefhebben


heerschen

 

scherp

 

gewaar

 

bereikte

 

verduldig

 

begrijpe

 

toekomst

 

verste

 

gepeins

 

blauwe