FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96  
97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  
s zoo vol gramschap, dat zij opvliegen wilde,--maar weenen kon Goedroen niet. Naast Goedroen zaten de allerhoogste edelvrouwen, en een ieder sprak over het leed, dat zij ooit hadden beleefd. De eene zeide: --"Ik ben wel de ongelukkigste onder de menschen, want in Zuidland roofde mij de strijd zeven zonen en hun vader weg. Met mijn vader en moeder en vier van mijn broeders speelde de storm een spel op de golven,--het schip sloeg aan stukken en ik was getuige van aller ondergang. Dat alles trof mij in denzelfden zomer, en niemand troostte mij." Goedroen zat, vol gramschap om Siegfrieds dood en gedrukt onder het leed, bij het lijk van haar geliefde,--maar weenen kon Goedroen niet. Toen zeide een tweede van de vrouwen: --"Ik heb nog veel feller leed te beklagen. Want als gevangene werd ik door vijandelijke legers medegevoerd. In het vreemde land moest ik een edelvrouw elken morgen met sieraden kleeden en haar schoeisel binden. En zij plaagde mij, omdat zij mijn schoonheid benijdde, en sloeg mij vaak met vele slagen." Goedroen zat, vol gramschap om Siegfrieds dood en gedrukt onder het leed, bij het lijk van haar geliefde,--maar weenen kon Goedroen niet. Toen sprak Goudrand, de dochter van een koning: --"Gij kunt een jonge vrouw het leed niet verzachten." Goudrand sloeg het kleed terug, dat Siegfrieds lijk bedekte en legde het hoofd op Goedroens knieen en zeide: --"Zie, dat is uw geliefde. Omhels hem nu en kus zijn lippen, alsof de koning nog in leven was." Goedroen zag op en aanschouwde het hoofd van haar man, dat met bloed was bedekt, en zijn lichtende oogen, die waren gebroken en zijn borst, die door het sterke staal doorstooten was. Toen zonk zij neer in de kussens, haar haren vielen los om haar heen en haar wangen kleurden. En Goedroen weende. Een regen van tranen stroomde in haar schoot en de ganzen in den hof gaven antwoord op haar klachten. En Goedroen zeide: --"Zoo hoog stond Siegfried boven Gibichs zonen als een boom boven het gras, en als een edelsteen in een hoofdband gevlochten schitterde hij boven de edelen. Ook mij achtten de volgelingen van den held hooger dan de Walkuren van Wodan. Nu ben ik jammerlijk neergeworpen aan Siegfrieds lijk, zooals het loover wordt neergeworpen door den storm. Altijd zal ik in onvervuld verlangen leven,--dat is de misdaad van de Gibichungen, die hun zuster zulk een smart aandeden. Gij, Goenther, zult nooit van het goud genieten, uw ringen zullen u
PREV.   NEXT  
|<   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96  
97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  



Top keywords:

Goedroen

 

Siegfrieds

 

weenen

 

geliefde

 

gramschap

 

gedrukt

 

neergeworpen

 

Goudrand

 

koning

 

tranen


bedekt

 

aanschouwde

 

ganzen

 

schoot

 

lippen

 

stroomde

 

lichtende

 

wangen

 
gebroken
 

doorstooten


sterke

 
kussens
 

kleurden

 

weende

 

vielen

 

hoofdband

 

onvervuld

 

verlangen

 

misdaad

 
Gibichungen

Altijd
 

jammerlijk

 

zooals

 

loover

 
zuster
 
genieten
 
ringen
 

zullen

 
aandeden
 

Goenther


Gibichs

 

edelsteen

 

Siegfried

 

antwoord

 

klachten

 

gevlochten

 

hooger

 

Walkuren

 

volgelingen

 

achtten