heden!
Laat mij bij uw schaapkes weiden,
wilt mij van de bokken scheiden
en ter rechter hand geleiden.
Moet gij dan vermalediden
en het eeuwig vier doen lijden
roept tot mij: "Gebenediden!"
Want ik kome al jammerklagen,
't herte als asschen rouw geslagen,
hulpe in mijnen doodstrijd vragen.
Dag van weedom en van boeten,
als gij zult verrijzen moeten
en gerecht zijn om uw' zonden,
mensch, God spare u in die stonden!
Zoet Heere Jesu mijn,
laat ze in ruste en vrede zijn,
in alle eeuwen!
Amen.
Mysterie!... de wolkende wierook, die langzaam uit het gloeiend herte
des zilvers omhooge steeg, en van daar onzichtbaar nederviel in eenen
regen van smeltende balsemgeuren, die de Kerke doorwasemde en die
bleef hangen aan onze kleederen, even als het klimmende en 't wederom
neerdalende gebed des aanhoorden rechtveerdigen!
Mysterie!... van schitterend Geloove, Hemelwaards ziende Hope en
brandende _Charitas_, die fakkels die rond de tombe flikkerden, in een
aangenaam vertoog.
Mysterie!... die mindere lichten, die ons den priester te gemoet
leidden, toen hij van den hoogen autaar kwam en met de godvruchtige
menigte gemeenschap hield, in 't offeren van het onbloedige slachtoffer!
Mysterie!... 't omhelzen van de goudene patene, den slachtbank en den
offerschotel van het heilige Lam des Heeren! Wel zijt gij weerd omhelsd
te worden, koninklijk metaal, dat, gewend van overal elders te gebieden
en meester te zijn, hier dienstbaar ligt onder de voeten des Heeren
Jesu, en op den autaar des Alderhoogweerdigsten, onschuldig zelve, de
ontelbare schulden helpt uitboeten, die, om u, met u en door u, gepleegd
zijn!
Mysterie!... het driemaal hellemende gerinkel, dat het licht verstrooide
volk indachtig maakt hoe diepe de bevende Priester alree getreden is in
het Heiligste der Heiligdommen!
Mysterie!... als, bij 't nederkomen des Heeren, alles zweeg en roerloos
bleef; onze hoofden in onze handen vielen, lekende van tranen, en
driemaal in de hoogte, het koper door de vervaarlijke stilte daverde,
zidderde, en bleef beven, tot in de steenen van den tempel, tot in de
graven beneen den marbelen vloer!
Mysterie!... gezegende en troostelijke stemme der klokke, die, willekom
en onder wege half weggesmolten, als een Engel van vertroostinge,
zachtjes de lucht liept stooren in de kamer en rondom de sponde van den
lijdenden Vader, hem verkondigende dat Jesus andermaa
|