FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
>>  
men meest met tranen gaat, en bloedig zweet, bepereld. Ach, 'k wist het wel, en 'k droeg getroost mijn kruis naast U, die 't lijden koost, onschuldig, om het leven, van schulden vrij- en losgeboet, o Jesu, door uw dierbaar Bloed, ons wederom te geven! o Man, gij stondt mij neerstig bij: dat God uw hulpe en troost nu zij; en, dapper doorgetreden, vergeet mij niet, die haastig viel, noch dat ik, arme kranke ziel, verlange om uw gebeden! CXXII J.N.H. 1888 Moet ik, ouders, teerbeminde, moet ik, zusters, broederen al, u verlaten, ik en vinde nooit hetgeen mij troosten zal. Nooit! o God, maar gij zijt vader, gij zijt moeder, zuster; gij zijt mijn broer, en duistmaal nader vriend als welke vriend het zij. Op dan, ouders, moed genomen, zusters, broeders, al te gaar; eens daar ik ben, ook gekomen vrienden, vrede, en... God is daar! CXXIII J.N.A. 1888 Och arme, ofschoon het leven zij boos om door te streven, o Kind, wij hoopten dat 't den Heere u, lange jaren, believen zou te sparen! Doch neen! Onze oogen, zat van weenen, moeten derven hetgeen gij, met te sterven ons hebt geroofd: een' schat! Ach, laat het zoo: daarboven zult gij den Heere loven, in 's hemels blijde stad: terwijl we, in God te vreden, wij, weenend, hier beneden, och arme, zullen... Wat? CXXIV G.J.T. Wij minden 't zoo, wij zagen 't noo, te noo misschien, ontdragen; maar, Jesu zoet, ons herte bloedt en 't breekt van niet te klagen! Geeft weer! -- o Neen, ons kindtje kleen, we 'n durven 't U niet vragen! CXXV E.H. VICTOR VAN COILLIE 1888 Hij, dichterlijk begaafd, en heeft, in al zijn wegen, maar op het waarlijk schoon een wondrende oog geslegen; en 't, in zijn eigen taal, beschreven onbeschaamd. Gods volk lag hem aan 't hert, hij minde 't, en bekwaamd als Priester en als Mensch, om met het Volk te leven, heeft hij getrouwiglijk, hem zelven 't Volk gegeven. God loone 't hem, die weet en weerdiglijk vergoedt hetgeen -- Hij zegt het zelf -- men aan de kleenen doet. Hij stierf! Onsterfelijk blijft op deze aarde in eeren zijn vreugdevolle ziel; en, in het Huis des Heeren, de loon die zulken loont die, niet hen zelven, maar den armen evenmen
PREV.   NEXT  
|<   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84  
>>  



Top keywords:

hetgeen

 

ouders

 

vriend

 

zusters

 

zelven

 

klagen

 

hemels

 

breekt

 

VICTOR

 

vragen


bloedt
 

durven

 

kindtje

 
minden
 
beneden
 
zullen
 

misschien

 
ontdragen
 

terwijl

 

weenend


evenmen

 

vreden

 

blijde

 

Mensch

 

getrouwiglijk

 

Priester

 

bekwaamd

 

vreugdevolle

 

gegeven

 

stierf


kleenen
 
Onsterfelijk
 
vergoedt
 

blijft

 

weerdiglijk

 

zulken

 

waarlijk

 

schoon

 
dichterlijk
 
begaafd

wondrende

 

Heeren

 
onbeschaamd
 

beschreven

 
geslegen
 

COILLIE

 
hoopten
 

vergeet

 

doorgetreden

 
haastig