Gods woorden niet?
Alle liefde en alle zoetheid,
leven zonder levensmoedheid,
leven zonder stervensdag
erft... die zalig sterven mag.
XIII
L.L.D.
1860
Leeft gij lange of korte dagen,
moet gij leed of leute dragen,
God, die 't eene en 't ander geeft,
zal u 't een en 't ander laten
in dit vluchtig leven baten,
zoo gij 't voor en met Hem leeft.
XIV
N.V.N.
1860
Hetgene een' moeder troosten kan,
die weent,
noch vriend noch vreemd en weet daarvan,
o neen;
't is God die slaat, 't is God die troost,
't is God die alles doet:
't is vele dat men goedheid heet,
maar God alleene is goed.
XV
N.N.
1861
't Zij vroeg of laat
daar niets en baat,
daar moet elk tol betalen;
't zij munk of non,
gij, nu, ik ton:
de dood komt alles halen!
XVI
CORDULA
1862
De trage ziekte brak intween
den band van lijf en lenden,
maar kon de ziel, 't geloof, de hoop
noch de edele liefde schenden;
ze vlamde los, en vluchtte omhoog,
onstuimig om te vinden
den Meester, Vriend en Bruidegom,
in Jesu, den beminden:
in Hem bij wien geen tijd meer is,
geen toekomst, geen verleden,
maar de eeuwige onvergankelijkheid
van 't altijd altijd heden.
XVII
ALFONS DANNEELS
3 Aug. 1847 * 9 Nov. 1864
o, Kon het ooit voor regel gelden
dat kunst of dappre moed verschoont
van 't sterven, o, men vond meer helden,
meer kunst'naars met het loof gekroond!
Maar neen, 't en baat niet; al die leven
ze zullen sterven, jong of oud:
die schatting moet eenieder geven,
al weigerde hij tienduizendvoud.
God wilde 't zoo en al ons klagen
bewijst maar hoe eilaas de mensch
geschikt was om een lot te dragen
dat hem nog voorzweeft in den wensch.
Onsterflijkheid, daar elk naar hankert,
onsterflijkheid, die ze al trotseert...
daar 'n is geen andre als zij, die in de kruisrotse ankert
en in 't graf Christi triompheert!
XVIII
F.I.D.R.
1865
Gelukkig kind, dat van zijn spel,
zijn engelken voor reisgezel,
zijn hertje vrij van zonde en schand,
is weggegaan naar 't hemelsch land!
Gelukkig kind, gij liet ons al
bedroefd om u, in 't aardsche dal:
gij, blijde, daar omhooge, bidt
voor ons, waar ge op den throon nu zit!
XIX
A.V.S.
1871
Ge
|