FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43  
44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   >>   >|  
dat de Priester, onder heilige woorden, op de kiste liet vallen, het schraven van de koorden die men er van onder haalde, verdween welhaast met den laatsten _requiescat_, met den laatsten kronkel wierooks, die stillekes uit de stervende kolen en tusschen de zilveren ketentjes wegkroop in de ijdele lucht... en verdween: alles viel stille als de dood zelve, alles scheen te wachten naar iemand om het woord van scheiden uit te spreken, 't geen eindelijk gedaan wierd in dezer voegen: Mijne beminde en dierbare Leerlingen! "Het is mijne plicht, alle dagen, onder Ulieden het woord te voeren; heden, dat wij niet meer in het stille schoolverblijf maar te zamen op de boorden staan van een graf, heden en zal ik nochtans aan deze mijne plicht niet te kort blijven, maar u hier mijne dagelijksche lessen voorenhouden. Doch! wat behoort het mij te spreken, toen alles rondom ons zoo eene klare tale voert, ja toen de doode stilte van dit Kerkhof zelfs tot in onze gebeenderen ziddert!... Spreekt gij liever in mijne plaatse, o Engel des doods, op wiens erfgebied wij hier staande zijn; spreekt gij, en leert ons uwe zoo dikwijls herhaalde, dikwijls verstane en even zoo dikwijls vergetene lessen. Spreekt gij in zonderheid, afgestorven Broeder, spreekt gij, alderdeugdzaamste Jongeling, waarvan uwe oversten zeggen en getuigen "dat gij maar opgehouden en hebt kind te zijn om Engel te worden!" Spreekt, mijn dierbare Vriend, mijn leerling en mijn kind: spreekt en verhaalt ons hoe de Engel des doods aan u toch geenen zegepraal gewonnen en heeft, maar hoe gij, integendeel, op zijne vlerken gesteund, het Hemelrijk zijt binnengeklommen. Spreekt, vereeuwigde ziele, en verhaalt ons met welke vreugd de Gever van alle goed uwe minzame deugden beloond heeft; met welk een kleed van Hemelschen glans uw onaangeraakte zuiverheid, met welke kroone van eere uwen wonderbaar grooten ootmoed, met welke liefde uwe liefde en uwen eerbied voor uwe Ouders en Meesters, en eindelijk, welke prijs u betaald is geworden voor dien zucht, die wondere en zeldzame gifte des Heeren, die u van kindsbeen af verlangen deed naar het kleed en de kroone, naar de zoetheid en de bitterheden van het heilig Priesterdom. Spreekt, o onze dierbare Vriend, spreekt en vertroost uwe Ouders, aangezien geen een van ons ze troosten kan! Troost dien Vader, die zijn eigen lijden verborg, om het uwe niet te vermeerderen; die God zijn leven t
PREV.   NEXT  
|<   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43  
44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   >>   >|  



Top keywords:

Spreekt

 

spreekt

 

dierbare

 
dikwijls
 

lessen

 
eindelijk
 

liefde

 

kroone

 
Vriend
 
verhaalt

plicht

 

stille

 
laatsten
 
Ouders
 
verdween
 

spreken

 

vertroost

 

worden

 

leerling

 
aangezien

zegepraal

 
heilig
 

bitterheden

 

vlerken

 

integendeel

 

gewonnen

 
Priesterdom
 
geenen
 

Troost

 

oversten


vermeerderen

 

waarvan

 

Broeder

 

alderdeugdzaamste

 

Jongeling

 

verborg

 

zeggen

 
lijden
 

getuigen

 

opgehouden


troosten
 

binnengeklommen

 
onaangeraakte
 
zuiverheid
 
geworden
 

wondere

 

zeldzame

 
afgestorven
 
betaald
 

grooten