ze herten,
en de vruchten, ongeteld,
zijn wij schuldig uwer goedheid,
die nu rust in 't heilig veld.
Vruchten, weerd het milde zaaien
van uw hand en al het werk
van uw priesterlijk bezorgd zijn
voor Gods volk en voor Gods Kerk.
Groene grond zal op het kerkhof
haast verbergen 't heilig oord,
waar gij rust en wacht de stemme
van des Engels wekkend woord.
Maar geen groenen, geen verdroogen
van het jaar of van het veld,
dat de erkentelijke droefheid
onzer herten palen stelt.
Neen, geen tijdstip, geen verjaren
van uw sterfdag mindert ooit
het geheugen van al 't weldoen,
dat gij hebt rond u gestrooid.
Want wij hopen, schoon wij weenen,
dat alwaar gij God geniet,
gij het werk nog uwer liefde en
al uw' kleene kinders ziet.
Ha, betrouwt ons dat wij zullen
uwen name en uw blasoen,
kleen- en grooten, rijk- en armen,
naast onze ouders, eere doen.
Dank- en dierbaar zal hier blijven
uw gedacht, en, waar gij zijt
zal de weerklank u verheugen
van uw naam gebenedijd.
Wij beloven 't en wij meenen 't,
dat wij, ver van u voortaan,
zullen werken, leeren, bidden,
en met u standvastig staan.
Ja, standvastig als de boomen
van dat vruchtbaar wapenveld,
dat, vol gouden eekels, uwe en
onze vrienden voorenstelt.
Vrienden, die aan ons u binden,
schoon gij reisdet hemelwaards,
en die, in uw' plaatse, ons zullen
troosten, of gij zelv' het waart,
tot dat eens een' dag van vrede, een'
dag van blijdschap God verleent,
die hetgeen hij kwam te scheiden,
in zijn goedheid, weer vereent.
Dit vereend zijn, -- _in aeternum!_ --
dat het eeuw- en ervig duur',
na 't bedied van Gods onroerbaar
woord: _Non commovebitur!_
[NOTA. -- Het wapenteeken, dat het edele geslachte _de Pelichy_
vertegenwoordigt, is: Op een groenen grond of veld eene zilveren of
witte bare, onder welke eene, boven welke twee, te zamen drie gouden
roozen staan, met deze kenspreuke: _Vulnerat et sanat -- : 't Kwetst en
't geneest_.
Het edel geslachte _Gilles_ vertegenwoordigen, op eenen blauwen grond of
veld, een gouden keper, met, in elken overschietenden hoek van 't
schild, een te zamen drie gouden eekels. Kenspreuke: _In aeternum non
commovebitur: In der eeuwigheid en zal 't beroeren_.
Het wapenteeken van de twee verhuwlijkte geslachten te zamen, _Gilles_
en _de Pel
|