FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126  
127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   >>   >|  
inder kan ik dat wel. Als ik maar eerst van hier weg ben. O, die mevrouwen ... dat weet je nog niet ... die hebben mij ook geschreven van daag. Zij hebben mij vermaand dat ik mijn geluk toch goed beseffen moest, mij voorgehouden hoe grootmoedig hij zich betoond heeft. Morgen en alle dagen zullen zij zitten op te letten om te zien of ik mij dat alles wel waardig maak. Ik heb een afschuw van al die vroomheid! JOHAN. Zeg mij eens, Dina, is het daarom alleen dat je weggaat? Ben ik niets voor je? DINA. Zeker, Johan, je bent meer voor mij dan alle andere menschen te zamen. JOHAN. O Dina...! DINA. Ze zeggen hier allemaal dat ik je moet haten en verafschuwen, dat dat mijn plicht is. Maar ik begrijp niet waarom dat mijn plicht zou zijn, en zal dat ook nooit leeren begrijpen. LONA. Dat moet je ook niet, mijn kind! MARTHA. Neen, dat moet je niet; en daarom moet je ook met hem meegaan als zijn vrouw. JOHAN. Ja, ja! LONA. Wat? Daarvoor moet ik je een zoen geven Martha! Dat had ik van jou niet verwacht. MARTHA. Neen, dat wil ik wel gelooven; ik had 't zelf ook niet verwacht. Maar eens moest het bij mij tot een uitbarsting komen. Ach, wat gaan wij hier toch gebukt onder den vloek van traditie en gewoonte! Kom daar tegen op, Dina. Word zijn vrouw. Doe iets dat al dien sleur trotseert! JOHAN. Wat is je antwoord, Dina? DINA. Ja, ik wil je vrouw worden. JOHAN. Dina! DINA. Maar eerst wil ik werken, zelf iets worden ... net als jij. Ik wil geen ding zijn dat genomen wordt. LONA. Braaf zoo ... zoo moet het wezen. JOHAN. Goed; ik zal wachten en hopen.... LONA. ... en winnen, jongen! Maar nu aan boord! JOHAN. Ja, aan boord! O, Lona! mijn lieve zuster, nog even een woordje. Hoor eens.... (_hij gaat met haar naar den achtergrond en spreekt haastig met haar_). MARTHA. Dina, jij gelukkige!... laat mij je eens aanzien, je nog eens omhelzen ... voor 't allerlaatst.... DINA. Niet voor 't laatst; neen, lieve, beste tante, wij zullen elkaar terugzien. MARTHA. Nooit meer! Beloof mij dat, Dina, kom nooit meer terug (_grijpt haar beide handen en kijkt haar aan_). Nu ga je het geluk tegemoet, mijn lief kind ... over de groote zee. O, hoe dikwijls heb ik daar naar verlangd, als ik in de school was! Daarginder moet het mooi zijn, een ruimere hemel; de wolken gaan daar hooger dan hier; een vrijere lucht waait daar over de hoofden der menschen heen.... DINA. O, tante Martha, u volgt ons nog wel eens. MARTHA
PREV.   NEXT  
|<   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126  
127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   >>   >|  



Top keywords:

MARTHA

 

daarom

 

Martha

 

plicht

 

hebben

 

menschen

 

worden

 

zullen

 

verwacht

 

werken


wachten

 

winnen

 

jongen

 

zuster

 

woordje

 

genomen

 

terugzien

 

Daarginder

 
ruimere
 

school


groote

 
dikwijls
 

verlangd

 

wolken

 

hoofden

 

hooger

 

vrijere

 

tegemoet

 

allerlaatst

 
laatst

omhelzen
 

aanzien

 

spreekt

 

haastig

 
gelukkige
 
elkaar
 
handen
 

grijpt

 
Beloof
 

achtergrond


Daarvoor

 

letten

 

zitten

 

waardig

 

weggaat

 

alleen

 

afschuw

 

vroomheid

 

Morgen

 

mevrouwen