FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80  
81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   >>   >|  
plaats gehad, overbracht op het stoffelijke. --Wat al gedachten, zei mijnheer Van N.---- eene nieuwe pijp genomen en den afgebroken draad weder opgevat hebbende,--wat al gedachten dringen zich op bij de beschouwing van kinderen! Belangrijke kiemen, die eene ontzettende som van nog verborgen en sluimerende krachten inhouden, waardoor al wat op of in de aarde is zal bewogen worden! Kind, verwonderlijke microcosmos, klein wicht, wat zult gij worden? --Ingeent zal hij worden, zeide mevrouw, morgen zal hij ingeent worden. Op dit oogenblik--de overleveringen zijn daaromtrent eenstemmig--schoof ik zeer kalm een schoteltje met eten, dat voor mij stond, met den eenen arm van de tafel af, en, terwijl er op het rinkelende geluid der gevallen scherven, bij mijn mond eene spierbeweging plaats greep, die mijne beleefde vrienden een lach noemden en waarvoor zij het geheele schoteltje vergaten, word ik gezegd met de andere hand den glimmenden heel--lederen band van een naast mijn vader liggenden kwartijn gestreeld te hebben, daarbij zeer duidelijk "da" zeggende. Dat dit woord "da" in de kindertaal beteekent: "_Ik wil dat boek hebben_", daaromtrent is noch toen, noch nu, in mijne familie eenige twijfel geweest. Het was bij deze gelegenheid, dat mijnheer Tjilp en dokter Vijzel zeiden, dat er veel in mij zat, en dat mijn vader, voorspellende, dat ik aanleg had voor geleerdheid, mij het boek toeschoof, en, de kap der lamp wat doende zakken, omdat er iets prikkelde in zijn oog, mij kuste. * * * * * Of reeds op zulk een vroeg tijdstip, als hier vermeld is, de liefde voor boeken in mij wakker was, zal ik niet beslissen, maar zeker is het, dat eenige jaren daarna, toen ik een knaap was, de bibliotheek van mijn vader mij het genoeglijkste plekje van het geheele huis was. De bibliotheek van mijn vader was de wonderlijkste kamer in het huis. Zij was een groot vierkant vertrek, dat zulk eene onbegrijpelijke hardnekkigheid had van nooit recht netjes opgeredderd te kunnen of te willen worden, dat het de wanhoop van mevrouw Van N.---- uitmaakte. Er is een tooververhaal, waarin een boek voorkomt, waarvan de bladen, hoe dikwijls er uit gescheurd, met verdubbelde kracht en in ontelbare menigte telkens aangroeien; eene dergelijke kracht moet die kamer bezeten hebben; want hoe ook schoongemaakt en opgeredderd, binnen een halven dag was alles weer overhoop en vol met papieren en boeken: het scheen eene ongenee
PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80  
81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   >>   >|  



Top keywords:

worden

 

hebben

 

plaats

 

geheele

 

mijnheer

 

daaromtrent

 

schoteltje

 

gedachten

 

opgeredderd

 

mevrouw


kracht

 

boeken

 

bibliotheek

 

eenige

 

beslissen

 

liefde

 

wakker

 

vermeld

 
tijdstip
 

zeiden


voorspellende

 
aanleg
 

ongenee

 

Vijzel

 

gelegenheid

 

dokter

 

geleerdheid

 

toeschoof

 

prikkelde

 
zakken

doende
 

scheen

 

papieren

 

verdubbelde

 
ontelbare
 
menigte
 
telkens
 

gescheurd

 
voorkomt
 

waarvan


bladen

 

dikwijls

 

aangroeien

 

dergelijke

 

halven

 

overhoop

 

binnen

 

schoongemaakt

 

bezeten

 

waarin