FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111  
112   113   114   115   116   117   118   119   >>  
geschenken niet hebben, want hij wilde niet, dat een van Gibich's zonen met Ortroen trouwen zou. Lang konden wij de liefde niet ontberen en ik omhelsde mijn held. Atli hoorde het van verwanten,--zij konden hun mond niet houden--maar hij geloofde niet, dat Ortroen zulk een daad zou begaan. Laat toch niemand loochenen, wanneer er liefde in het spel is! Atli zond zijn boden door het donkere bosch naar mij heen,--en zij kwamen, waar zij niet komen moesten, en waar een deken Goenther dekte en mij. Wel gaven wij nog aan de mannen gouden ringen mede, opdat zij zwijgen zouden, maar zij reden spoedig naar huis terug en verhaalden er alles. Alleen Goedroen hoorde er niets van, en het ware voor haar van belang geweest het te weten. Toen zond Atli boden naar het hof der Gibichungen om hen tot zich te noodigen. En dezen gingen bij mijn broeder op bezoek en zij reden op goudhoevige hengsten. Maar Hagen sneed men het hart uit het lijf en Goenther sleepte men in een slangengroeve. Op het eiland in de zee kon ik hooren hoe heftig hij in de snaren sloeg: mijn heerlijke held verwachtte mijn hulp. En ik riep al mijn maagden om mijn liefste het leven te redden, en wij zeilden vlak voor den wind over het water, tot wij den burcht van Atli zagen. Juist kroop daar de slang--'t was Atli's moeder--en stak Goenther in het hart, en ik kon mijn held niet helpen. 't Is wonder, dat ik nog langer leven bleef: ik beminde dien man zoo veel als mijzelve. Nu hebt gij het verhaal van mijn noodlot vernomen. Wat geeft het?--Een ieder leeft naar eigen verlangen." Dit is het einde van "Ortroens klacht." De Zang bij den molen Koning Frodhi had een molen, die Grotti genoemd werd. Deze maalde alles wat hij verlangde, vrede zoowel als goud. De meisjes, die den molen draaiden, heetten Venja en Menja. Koning Frodhi had deze meisjes medegenomen en ze gedwongen hem te dienen. Men bracht haar naar den molen om er den grijzen steen te draaien, en aan geen van beiden gunde de koning rust, en hij was niet tevreden, wanneer hij het dreunend gedaver van den arbeid niet hoorde. Menja zong: "Wij malen en draaien den molen van geluk voor den koning kostbare gaven. Moge hij rijk zijn en rusten in roem, altijd gelukkig, dan malen wij goed. Dat niemand een ander nadeel berokkene, en al vond men den moordenaar van zijn broeder gevangen, denke toch niemand aan misdaad of moord." Toen hielden de
PREV.   NEXT  
|<   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111  
112   113   114   115   116   117   118   119   >>  



Top keywords:

hoorde

 

niemand

 

Goenther

 

draaien

 

koning

 

Koning

 

meisjes

 

broeder

 

Frodhi

 

Ortroen


liefde

 

konden

 

wanneer

 

langer

 

Grotti

 

beminde

 

genoemd

 

verlangen

 
vernomen
 

noodlot


verhaal

 
mijzelve
 

klacht

 

Ortroens

 

bracht

 

rusten

 

altijd

 

gelukkig

 

kostbare

 
misdaad

hielden
 

gevangen

 

moordenaar

 

nadeel

 
berokkene
 
arbeid
 
gedaver
 

heetten

 
medegenomen
 

draaiden


verlangde

 

zoowel

 

gedwongen

 

beiden

 

tevreden

 

dreunend

 

dienen

 

helpen

 

grijzen

 

maalde