rt van doodslaap, die nog slechts gestoord zou worden
door de godsdienstige woelingen der XVIe eeuw. Droevig tijdperk, waaraan
een Vlaming niet kan denken, zonder dat hij naar de reden vraagt van zulk
"een hachlijk lot"[25].
Toch blijft ze voor den denker en den droomer nog bekoorlijk in haar
alouden luister, de onttroonde stedekoningin, met haar schilderachtig
Minnewater en haar eenig oud Begijnhof.
Van Brugge vervolgen wij onze reis door het Meetjesland naar Eekloo (13,000
inw.) met linnenweverijen, wol- en katoenfabrieken, de geboorteplaats van
den dichter K. L. Ledeganck, wien zijn stamgenooten onlangs een standbeeld
hebben opgericht.
Spoedig hebben we de grens van dien zandgrond achter ons, om straks het
kanaal van Terneuzen over te stoomen, en het vruchtbare Waasland binnen te
treden.
Ons eerste bezoek geldt het nijverige Lokeren (25,000 inw.) aan de Durme,
met fabrieken van katoenen en wollen stoffen, van zeildoek en vellen; haar
bleekerijen en linnenweefsels zijn algemeen gekend, ook haar handel in
granen, hennep, olie en koolzaad.
Thans volgt St.-Nikolaas (32,000 inw.), de vriendelijke hoofdplaats van 't
Land van Waas. Haar fabrieken van katoenen, wollen en fluweelen stoffen,
van linten en galons, van kousen en hoeden, vormen een van de schakels der
nijverheidsketen, die Vlaanderen aan de hoofdstad verbindt.
Intusschen hebben we Antwerpen, de koningin der Schelde bereikt. Met haar
heerlijke ligging aan den breeden Scheldestroom, waar schepen uit alle
zeeen binnenloopen, en in haar dokken de schatten der vijf werelddeelen
komen uitstorten; door haar uitgebreiden handel verrijkt en getooid met de
schoonste voortbrengselen der kunst, is zij een der prachtigste en
bloeiendste steden van 't vasteland. In de jaarboeken der geschiedenis en
der kunst prijkt haar naam met onvergankelijken luister. Toen zij onder
Karel V de rijke erfgename werd der vervallen grootheid van Brugge, was het
zielental reeds tot 90,000 geklommen. Wil men zich een denkbeeld vormen van
haar spoedige macht en grootheid als handelsstad, men leze Guicciardini,
waar hij schrijft, dat "de kooplieden van alle natien er hun kantoren
hadden en zij welhaast alle andere steden der wereld overtrof."
[Figuur: P. P. RUBENS. Afdoening van het Kruis (O. L. Vr. Kerk te
Antwerpen)]
Met de regeering van Filips II en vooral met de komst van Alva, begon voor
ons land een tijdperk van vervolging, van jammer en ellende, maar ook van
hardnekkigen str
|