Staten-Generaal in het Noorden, besloot hij over de moeilijkheid heen te
stappen. Hij verklaarde dat hij de afwezige notabelen, 280 in getal, als
goedkeurende stemmers beschouwde; hij vernietigde het honderdtal
ontkennende gemotiveerde briefjes die hij onwettig vond, en na deze
zonderlinge berekening kondigde hij af dat de Grondwet aangenomen was (24en
Augustus 1815).
De Grondwet verzekerde de vrijheid van persoon, van eigendom en van
geweten, en ook, doch slechts in zekere mate, die van drukpers; want een
streng besluit, den 20en April 1815 tijdens Napoleon's inval uitgevaardigd,
waarbij zekere persmisdrijven, als het verspreiden van valsche geruchten en
dergelijke, met brandmerk, zes jaar gevangenisstraf en duizend frank boete
gestraft werden, werd niet ingetrokken.
De koninklijke macht was beperkt door eene volksvertegenwoordiging, maar de
vorst benoemde de leden van de Eerste Kamer, en in de Tweede Kamer bezaten
de afgevaardigden noch het recht van wijziging noch dat van initiatief.
Verder bestond er geene ministerieele verantwoordelijkheid; de ministers
waren de dienaren van den vorst, niet van de natie.
De begrooting moest door de Staten-Generaal goedgekeurd worden; doch was
verdeeld in een buitengewoon budget dat alleen jaarlijks onderzocht werd,
en in een gewoon budget waarover slechts alle tien jaren moest gestemd
worden, zoodat een toezicht over de financien schier onmogelijk was.
In het rechtswezen had een eenvoudig besluit van November 1814 reeds de
jury, die de koning eene instelling der barbaarsche tijden noemde,
afgeschaft; en de onafzetbaarheid der rechters was slechts voor lateren
tijd beloofd.
Een additioneel artikel bepaalde dat alle gevestigde overheden in hun ambt
bleven en alle in zwang zijnde wetten hun kracht behielden, totdat daarin
op andere wijze zou worden voorzien. Dit liet, onder 't deksel van
wettelijkheid, de deur open voor allerlei willekeur, daar het opstellen van
sommige noodwendige wetten op de lange baan werd geschoven.
Men ziet daardoor dat de Vorst zich een aanzienlijk overwicht in de
regeering voorbehouden had. Het koninkrijk der Nederlanden was
constitutioneel alleen in naam, 't was eene monarchie door eene Grondwet
gematigd.
En nochtans was die Grondwet, vergeleken bij hetgeen toen ter tijde op
Europa's vasteland gebeurde, zoo vrijzinnig, dat zij in den grond algemeen
goed onthaald werd. Zelfs de katholieke De Gerlache keurde ze goed; maar
wat de Belgen ergerde, w
|