,
sociale of oeconomische eischen, en niet minder door hare dubbelzinnigheid,
die wantrouwen inboezemde, bevond zij zich weldra gansch alleen.
* * * * *
Intusschen had zich in Belgie eene gewichtige verandering op intellectueel
en politiek gebied voorgedaan. Tot omstreeks 1827 had de bevolking zich
weinig om de Staatszaken bekommerd; zelfs de dagbladen zonden geene
reporters naar de zittingen der Staten-Generaal. Immers onze voorouders,
gedurende drie eeuwen onder vreemd juk gebogen, van alle deelneming aan het
openbaar bestuur verstoken, voor de meerderheid in de grootste onwetendheid
gedompeld, toonden zich onverschillig voor de politieke besprekingen. Aan
die onverschilligheid had het ingewikkelde kiesstelsel voor de
Staten-Generaal geen klein aandeel; immers de verkiezingen geschiedden in
twee graden, de _kiezers_ betalende honderd gulden in grondbelasting, kozen
een zeer beperkt getal _stemgerechtigden_, die de volksvertegenwoordigers
benoemden; zoo konden de kleine burgerij en het kleine volk, van de
verkiezing volkomen uitgesloten, zich natuurlijk voor deze niet warm maken.
Voegt daarbij nog de drukking van den koninklijken commissaris, die de
verkiezing voorzat en allen strijd tegen den officieelen kandidaat
verijdelde.
Doch met het jaar 1827 doet zich een bepaalde vooruitgang in de politieke
opleiding voor. Eene nieuwe generatie van jonge redenaars en publicisten is
ontstaan, gedeeltelijk gevormd in de Staatshoogescholen. In de liberale
fractie zien wij Le Hon en Ch. de Brouckere met een vroeger onbekenden
gloed voor de vuist spreken, en in navolging der Fransche doctrinairen der
Kamer als Royer-Collard en Benjamin Constant, in wel doordachte
redevoeringen, den misprijzenden trots, waarmede de ministers vroeger op de
redenaars nederzagen, tarten en onophoudend de regeering op het bankje
zetten. Ch. de Brouckere durfde zelfs in 1828 in de Staten-Generaal het
recht van initiatief gebruiken, dat aan de volksvertegenwoordigers ontzegd
was. Met de opkomst van het liberale ministerie Martignac in Frankrijk
wordt de vrijmoedigheid der partij nog grooter.
Het waren de liberale afgevaardigden en hunne vrienden die het overgroote
getal der Belgische dagbladen opstelden. Niet minder dan de weerklank
hunner stem buiten het Parlement, wist de snedigheid hunner pen de natie op
te wekken tot belangstelling in haar beheer; en de eenparigheid waarmede
sindsdien stelselmatig al de Belgische
|