FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61  
62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   >>   >|  
evoelde geene roeping om haar in te halen, maar bleef, met denzelfden rustigen stap, dien ik tot nog toe gehouden had, mijn weg vervolgen, en wel niet langs de gewone heirbaan van Amersfoort op Naarden, door de Hilversumsche heide, maar oostelijker afhoudende met het voornemen, over Eemnes te gaan, als welke weg wel wat om was, maar daar-en-tegen meer belommerd en minder eenzaam. Niets merkwaardigs gebeurde mij gedurende het begin mijner hernieuwde wandeling; maar toen ik het Princelijke lusthuis Zoestdijk ongeveer een half uur achter den rug had, begon ik wederom uit te zien naar een herberg; niet omdat ik eenige vermoeidheid of behoefte aan spijs of drank gevoelde, maar omdat de staat der luchtgesteldheid mij hoe langer hoe meer vrees deed koesteren voor het op handen zijn van een fiksche regenbui, die ik oordeelde dat na de lange droogte met dubbel geweld zoude neerkomen. De zon, die, sedert eenigen tijd, nu en dan door een voorbijdrijvend wolkje was beneveld geworden, had zich eindelijk geheel verscholen achter een driedubbel gordijn van grijze en witte en zwarte wolken, die, tegen den wind opkomende, haar talrijke ronde koppen als veelhoofdige reuzen verhieven en over elkander schoven als opeengekruide ijsschotsen. Geen vogeltje deed zich hooren uit de hooge dennen, die aan de eene zijde van den landweg haar graauwe kruinen verhieven, noch in het eiken hakhout, dat aan den overkant groeide; daar-en-tegen zag ik, aan een bruggetje komende, hoe, beneden mij, de zwaluwen onverpoosd en met druipende vlerken heen en weder snorden over de oppervlakte der daaronder vloeiende beek, en boven mij hoorde ik nog altijd het krijschen der rondzwierende meeuwen. Ik verhaastte mijn tred en zag rechts of links uit naar een bekwame schuilplaats tegen den stortregen. Dan, ofschoon ik nu eens tegen de helling der onbebouwde heide een open schaapskooi gewaarwerd, dan weder een arbeiderswoning of pachtershoeve aan het einde der dwarslanen, welke het bosch doorsneden, ik bleef mijn weg voortzetten, ongezind, even als de meeste lieden in mijn geval zouden zijn, mij op te houden en ergens in te gaan voor en aleer de nood werkelijk daar ware; want ik dacht boven alles, veld te moeten winnen, zoolang zulks nog zonder hindernis geschieden kon, vooral daar ik altijd op de mogelijkheid hopen bleef, dat de bui, als zij meer doen, zeewaart trekken zou en zich niet op mijn hoofd, maar in de wateren van de Zuiderzee ontlasten zou. Maar deze hoop
PREV.   NEXT  
|<   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61  
62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   >>   >|  



Top keywords:

altijd

 

achter

 
verhieven
 

landweg

 
rechts
 

graauwe

 
kruinen
 
bekwame
 

stortregen

 

hooren


schuilplaats
 
verhaastte
 

dennen

 

meeuwen

 

snorden

 
bruggetje
 

groeide

 

vlerken

 
komende
 

onverpoosd


zwaluwen

 

beneden

 
oppervlakte
 

daaronder

 

krijschen

 

rondzwierende

 

druipende

 
hakhout
 
hoorde
 

vloeiende


overkant

 

voortzetten

 

geschieden

 
hindernis
 
vooral
 

mogelijkheid

 

zonder

 
moeten
 

winnen

 

zoolang


ontlasten

 
Zuiderzee
 

wateren

 
zeewaart
 

trekken

 
pachtershoeve
 

dwarslanen

 

doorsneden

 

arbeiderswoning

 

gewaarwerd