FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92  
93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   >>   >|  
t naderen, voor de huifkar herkende, die ik des morgens te Soest had gezien, en die thans ledig terugkeerde. De voerman, het pijpje, dat hem tusschen de lippen stak, hebbende laten uitgaan, zat te dommelen en te knikkebollen op het krat, terwijl zijn zweep hem ontvallen, maar gelukkig was blijven vasthaken aan het wiel en daarmede langzaam voortslingerde. Ik achtte het betamelijk, den man te waarschuwen: "hei! ho he wat! goede vriend!" riep ik: "gij zult een goede zweep verspelen, zoo gij niet oppast." "Wat is er?" riep de voerman, met schrik ontwakende, en door een natuurlijke beweging naar zijn zweep tastende: "wat wou je?" Het paard, dat waarschijnlijk reeds zijn bekomst van den tocht had, was op mijn geroep al dadelijk blijven staan, en ik wees nu aan den voerman, waar zich zijn onmisbaar wapentuig bevond. "Sta, Kees!" zeide hij tot zijn knol, die deze vermaning niet behoefde; want het beest had volstrekt geen plan op den loop te gaan: "dankje wel, koopman!" vervolgde hij, afstijgende en zijn zweep niet zonder moeite loswurmende. In weerwil van mijn haast om voort te komen, kon ik niet nalaten een oogenblik stil te staan, om naricht in te winnen omtrent den Roodmantel en de Juffer die met hem was, en vroeg ik den voerman, of hij zijn volk al naar Naarden gebracht had. "Dat weet ik niet, waar ze 'estoven zijn," antwoordde hij: "ik heb ze aan deuzen kant van Naarden of'ezet op een plek, daar huis noch pad te zien was. Waar ze wezen mosten, weet Joost: en ik vertrouw het werk maar half: ze lekenen allebei zoo bang om 'ezien te worden.--Maar, wat scheelt het mijn ook? ze hebben mijn een goeie fooi 'egeven en dus, ik heb niks op ze te prittendeeren. Nou, ajus koopman, en je wordt bedankt veur je beleefdheid." Met deze woorden steeg hij op; doch voor hij wegreed, riep hij mij nog toe: "je meugt wel voorzichtig wezen; want ik hou 't er veur, dat het niet pluis is buiten Naarden: ik heb een paar keeren in 't bosch hooren fluiten; zoodat ik blij was dat ik hier weer op den open weg kwam. Hi Kees! vort pert!" De huifkar verwijderde zich en ik vervolgde mijn weg, slechts weinig gesticht over de tijding, mij door den voerman medegedeeld. Ik poogde mij wel wat gerust te stellen met de gedachte, dat men het niet wagen zoude, iemand op den helderen dag aan te randen en wel zoo nabij een vesting, terwijl bovendien mijn bagage noch mijn uitrusting van dien aard waren, dat zij een roover in de verzoeking konden bren
PREV.   NEXT  
|<   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92  
93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   >>   >|  



Top keywords:

voerman

 
Naarden
 

vervolgde

 

koopman

 

huifkar

 

blijven

 
terwijl
 
prittendeeren
 

beleefdheid

 
woorden

bedankt

 

mosten

 

vertrouw

 

lekenen

 

hebben

 

egeven

 

scheelt

 

allebei

 
worden
 

zoodat


iemand

 

helderen

 

randen

 

poogde

 
medegedeeld
 

gerust

 
stellen
 

gedachte

 

vesting

 
roover

verzoeking

 

konden

 

bovendien

 

bagage

 

uitrusting

 

tijding

 
keeren
 

hooren

 

fluiten

 

buiten


voorzichtig

 

deuzen

 

verwijderde

 

slechts

 
weinig
 
gesticht
 

wegreed

 

zonder

 
waarschuwen
 

betamelijk