FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83  
84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   >>   >|  
mij, als om mij te vragen, wie ik was, toen ik, verlangende mijn lieve gastvrouw uit de verlegenheid te redden, vooruittrad en hem voorkwam. "Ik hoop, Mijnheer Blaek," zeide ik, "dat gij het mij niet ten kwade zult duiden, zoo ik hier voor eenige oogenblikken een schuilplaats tegen den regen heb gezocht." "Het staat voor de deur," mompelde Helding halfluid: Zoo gij voor regen vreest of gure noordenwinden, Gij kunt in dit verblijf een zoete schuilplaats vinden...." "Gij waart zeker bang," voerde Lodewijk Blaek mij spottende te gemoet, "dat het dak lekte, en dat gij slechts onder de tafel tegen den regen beveiligd zoudt zijn." "Ik raapte deze kluw op, die de juffer had laten vallen," zeide ik, zoo bedaard mogelijk, en reikte meteen het garen aan mijn bekoorlijke gastvrouw toe, die het met een beleefde nijging aannam. "En waart gij ook al aan 't borrelen, Nichtje?" vroeg Lodewijk, naar de tafel gaande en een der fleschjes opnemende: "mij dunkt gij hieldt hier open hof. Wat zeg je, poeet!" (tegen Helding) "heeft de maag ook een prikkel noodig, voor wij aan tafel gaan?" Helding naderde met eenige strijkages, en, het glas opnemende, dat Lodewijk voor hem had ingeschonken, hield hij het zoolang in de hand, totdat de zoon van zijn beschermer het zijne geledigd had, waarna hij met kleine teugjes de fijne likeur begon in te slorpen. "En heeft mijn nicht U genoodigd, hier te koomen schuilen, vriendje?" vroeg mij de Heer Blaek op een vrij knorrigen toon, tegelijkertijd zijn parapluie aan Helding overhandigende, die, reeds zijn handen vol hebbende, zich haastte zijn glas op tafel te zetten en de beide regenschermen neder te slaan. "Het is hier anders een besloten plaats," vervolgde de eigenaar van Guldenhof, een zware gouden snuifdoos voor den dag halende en er drie vingers van zijn rechterhand in dompelende: "en geen herberg, waar iedereen zoo maar vrij mag inloopen." Dit gezegd hebbende, bracht hij de lading snuif, tusschen zijn vingers bevat, naar haar bestemmingsoord, en stak de doos aan Helding toe, die, deze beleefdheid niet durvende weigeren, spoedig de beide natte regenschermen onder den linkerarm bracht, tot groot nadeel voor zijn kleed, en met de rechterhand van het aangeboden gunstbewijs gebruik maakte. "Mejuffrouw is zoo vriendelijk geweest, mij niet van hier te jagen," antwoordde ik, eenigszins bedremmeld over de barsche toespraak van den Heer Blaek: "overigens is het schrikkelijke weer m
PREV.   NEXT  
|<   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83  
84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   >>   >|  



Top keywords:

Helding

 

Lodewijk

 

hebbende

 

opnemende

 

gastvrouw

 

rechterhand

 
vingers
 

bracht

 

regenschermen

 

schuilplaats


eenige
 

eigenaar

 

tegelijkertijd

 

vriendje

 

gouden

 

teugjes

 

slorpen

 

likeur

 
vervolgde
 

knorrigen


Guldenhof

 
zetten
 

overhandigende

 

snuifdoos

 

haastte

 
koomen
 

genoodigd

 
anders
 

handen

 

besloten


parapluie

 

schuilen

 

plaats

 

inloopen

 

gunstbewijs

 

aangeboden

 

gebruik

 
maakte
 

Mejuffrouw

 

nadeel


linkerarm
 
vriendelijk
 

geweest

 
overigens
 
toespraak
 
schrikkelijke
 

barsche

 

antwoordde

 

eenigszins

 

bedremmeld