t de boete voor den moord
van Montereau; een kapel te stichten in de kerk van Montereau, waar Jan
het eerst begraven was, waar ten eeuwige dage een requiem zal gezongen
worden iederen dag; desgelijks in dezelfde stad een Kartuizerklooster,
een kruis op de brug zelf, waar het feit was bedreven, een mis in de
Kartuizerkerk te Dijon, waar de Bourgondische hertogen begraven liggen
[32]. Het was maar een deel van al de openbare boete en schande, die de
kanselier Rolin namens den hertog geeischt had: kerken met kapittels
niet alleen te Montereau, maar ook te Rome, Gent, Dijon, Parijs,
Santiago de Compostella en Jeruzalem, met opschriften in steen, die het
feit verhalen moesten [33].
Een wraakbehoefte, die zich in zoo wijdloopige vormen kleedde, moet wel
vooraan in den geest hebben gestaan. En wat zou het volk van de
staatkunde hunner vorsten beter hebben begrepen dan deze eenvoudige,
primitieve motieven van haat en wraak? De aanhankelijkheid aan den vorst
was van een kinderlijk impulsief karakter, een onmiddellijk gevoel van
trouw en gemeenschap. Het is een uitbreiding van het oude sterke besef,
dat de eedhelpers aan den klager, de mannen aan hun heer bond, en dat in
veete en strijd tot allesvergetenden hartstocht aangloeide. Het is
partijgevoel, geen staatsgevoel. De latere middeleeuwen zijn de tijd der
groote partijstrijden. In Italie consolideeren de partijen zich reeds in
de 13e eeuw, in Frankrijk en de Nederlanden rijzen ze overal omhoog in
de 14e. Iedereen, die de geschiedenis van die tijden bestudeert, moet
wel eens getroffen zijn door de gebrekkigheid, waarmee die partijschappen
door de moderne geschiedvorsching uit economisch-politieke oorzaken worden
verklaard. De economische tegenstellingen, die men eraan ten grondslag
legt, zijn veelal louter schematische constructies, die men met den
besten wil niet uit de bronnen kan aflezen. Zonder de aanwezigheid van
economische oorzaken te loochenen, is men geneigd te vragen, of ter
verklaring van den laat-middeleeuwschen partijstrijd een politisch-
psychologisch gezichtspunt niet meer profijt oplevert dan een politisch-
economisch. Op de onmiddellijke basis van hartstochtelijke trouw, van
familietrots en wraakzucht kan men de partijen als 't ware zien
agglomereeren uit de beperkte veeten van den zuiver-feodalen tijd. Met
de versterking van de staatsmacht, met de uitbreiding van de geldmacht
nemen de primitieve gevoelens van solidariteit en gemeenschapseer
breeder, openlijke
|