en wijzen door het ingewikkelde mechanisme van het
gemeenschapsleven in vaste banen geleid. In de vijftiende eeuw komt
in de politieke daad nog een mate van onmiddellijk affect tot uiting,
waardoor nut en berekening telkens worden doorbroken. Gaat dat affect
gepaard met machtsgevoel, zooals bij de vorsten, dan werkt het dubbel
heftig. Chastellain drukt het in zijn deftige termen bondig uit. Het is
geen wonder, zegt hij, dat vorsten dikwijls met elkaar in vijandschap
leven, "puisque les princes sont hommes, et leurs affaires sont haulx et
agus, et leurs natures sont subgettes a passions maintes comme a haine
et envie, et sont leurs coeurs vray habitacle d'icelles (des passions) a
cause de leur gloire en regner" [28]. Dit is, wat Burckhardt "das Pathos
der Herrschaft" noemt.
Wie de geschiedenis van Bourgondie wilde schrijven, moest steeds weer
een wraakmotief kunnen doen klinken, zoo zwart als een katafalk, dat u
bij elke daad in den raad en te velde, den bitteren smaak gaf te proeven
van hun geest vol sombere wraakgierigheid en verscheurden hoogmoed.
Zeker, het zou onnoozel zijn, om weer te willen terugkeeren tot het
gezicht, dat de vijftiende eeuw zelf op de geschiedenis had. Het gaat
niet aan, de geheele machtstegenstelling, waaruit de eeuwenlange strijd
van Frankrijk en de Habsburgers is gegroeid, te willen afleiden uit de
bloedwraak tusschen Orleans en Bourgondie, de twee takken van het huis
Valois. Wanneer men zich maar bewust blijft, dat voor den tijdgenoot die
bloedwraak het beheerschende moment van de lotgevallen hunner landen
was. Philips de Goede is voor hen in de eerste plaats de wreker, "celluy
qui pour vengier l'outraige fait sur la personne du duc Jehan soustint
la gherre seize ans" [29]. Als een heilige taak had Philips het op zich
genomen: "en toute criminelle et mortelle aigreur, il tireroit a la
vengeance du mort, si avant que Dieu luy vouldroit permettre; et y
mettroit corps et ame, substance et pays tout en l'aventure et en la
disposition de fortune, plus reputant oeuvre salutaire et agreable a
Dieu de y entendre que de le laisser". Het was den Dominicaan, die bij
den lijkdienst voor den vermoorden hertog de predikatie hield, euvel
aangerekend, dat hij op den christenplicht om niet te wreken gewezen had
[30]. Al de staten van zijn landen riepen met hem om wraak, zegt La
Marche [31].
Het tractaat van Atrecht, dat in 1435 den vrede tusschen Frankrijk en
Bourgondie schijnt te zullen brengen, begint me
|