FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  
at buiten de tijden, buiten de ruimten. Alle werelden zijn haar bekend, liggen open voor haar oogen. Als een boom is het wereldleven, diep geworteld in de geheimenissen van den oergrond, waar de wondere bronnen zijn, waaruit alle worden ontspringt, waar de vrouwen geboren zijn, die het leven weven van alle wezens op de aarde,--hoog in den hemel is zijn kruin, die als de wolkenlucht de wereld omvat, en waarin de zon woont als een vogel. In den beginne was de Wijde Gaping. Aan het Zuiden daarvan strekte Vuurland zich uit,--in het Noorden was Nevelland. In Nevelland lag Ruischkolk, waaruit de twaalf Hagelstroomen ontsprongen, die het geheele noordelijke deel van Wijde Gaping vulden met ijs. Doch uit Vuurland vlogen vonken over, en zij gaven warmte aan het ijs, dat afdroop. Daaruit ontstond het eerste leven, Ruischreus, en hij voedde zich met de melk van de koe, die Vochtrijk heette, en ook uit ijs geboren was. De koe, de vruchtbare, likte aan de ijsblokken, en daaruit kwam Buri, de Barende, op de wereld, wiens zoon Borr, de Geborene, was. Van dezen waren Wodan, Will en Wei de zonen. Zij doodden Ruischreus en schiepen uit hem hemel en aarde en zeeen, en zij maakten Midgaarde in het midden en plaatsten er boomen in en gras, en daarboven slingerden zij de lichtende schijven aan den hemel en gaven haar banen en ordenden den dag en den nacht en maanden en jaren. Toen verlangden de goden naar goud, dat stamt uit het diepe waterrijk, en de noodlotsvrouwen stegen op uit de ondergeheimenissen van de wereld. Met de begeerte naar goud kwam zondenschuld, het leed van de menschen, die op aarde geschapen waren, strijd, oorlog, broedermoord. Tegen de goden stormden de Wanen ten strijde, en de Reuzen bouwden hun een burcht, maar vroegen de goud-lichte Freya als loon. Toen daverde Thonarr's hamer zijn toornige slagen neer op de krachten, die naar vernietiging streven. Ook in Asengaarde, waar de goden eens zoo gelukkig waren geweest, kwam afgunst en moord: Loge's nijd deed den blinden Hader Balder dooden. Het was stormentijd, wolventijd, voor de wereld vergaat. Wodan had aan Mimir's bron een oog geofferd, om te mogen drinken van het wijsheidswater, en de Wanen hadden Mimir gedood en zijn hoofd naar de Asen gezonden. Wodan mompelt met Mimirs hoofd, wanneer hij vragend staat voor het wonderlijke gebeuren der dingen. Reeds nadert de godenschemering, het wereldeinde is nabij. De wolven in IJzerwoud zijn groot gegroeid, Helderwits ho
PREV.   NEXT  
|<   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   >>  



Top keywords:

wereld

 

Nevelland

 

Vuurland

 

Gaping

 

Ruischreus

 

buiten

 
geboren
 

waaruit

 

broedermoord

 

slagen


toornige
 

stormden

 

ondergeheimenissen

 

krachten

 

geschapen

 

streven

 

verlangden

 

strijd

 
vernietiging
 

Reuzen


oorlog

 
Thonarr
 

daverde

 

menschen

 

vroegen

 
waterrijk
 

burcht

 
begeerte
 

lichte

 

zondenschuld


stegen

 

noodlotsvrouwen

 

strijde

 

bouwden

 

vragend

 

wanneer

 

wonderlijke

 
gebeuren
 

Mimirs

 

mompelt


hadden
 
gedood
 

gezonden

 
dingen
 
IJzerwoud
 
gegroeid
 

Helderwits

 

wolven

 

nadert

 

godenschemering