ringsjaren van Koning Willem I_ ('s Gravenhage,
1885); W. J. Knoop, _Herinneringen aan de Belgische Omwenteling van 1830_
('s Gravenhage, 1886); Dr Th. C. Colenbrander, _De Belgische Omwenteling_
('s Gravenhage, 1905). Zie verder B^on de Keverberg, Ch. White, Th. Juste,
Ch. de Bavay.
DE BELGISCHE OMWENTELING
DOOR
VICTOR FRIS
"Indien er geen geweldige beweging in Frankrijk ontstaat, schreef de gezant
De Mier in het verslag dat we aan het slot van het vorige stuk ontleed
hebben, mag men gerust zijn dat dit land hier niet zal verroeren" (21en
Juni 1830). Doch toen reeds was Parijs in volle gisting; de reactionnaire
minister De Polignac, de Van Maanen van Karel X, die domweg op eene
onmogelijke omkeering der openbare meening rekende, had de Kamer ontbonden
en nieuwe verkiezingen uitgeschreven; deze echter vermeerderden nog het
getal van de afgevaardigden der oppositie. Alsdan, steunende op den bijval
en het gezag van het leger dat Algiers juist ingenomen had (6en Juli),
dacht zich de Regeering sterk genoeg om een Staatsgreep te plegen: door
vier verordeningen werd de Kamer naar huis gezonden, nieuwe verkiezingen
bepaald, een kiesstelsel in twee graden ingevoerd en de vrijheid van
drukpers afgeschaft (26en Juli). 's Anderendaags brak te Parijs, dank zij
die daden van geweld, de Juli-Omwenteling los; koning Karel X vluchtte naar
Engeland, zijn neef Louis-Philippe van Orleans werd luitenant-generaal van
het Rijk benoemd (31en Juli) en aanvaardde op 't einde der week het
koningschap.
Men kan zich ternauwernood voorstellen met welk gejuich de Parijsche
opstand gansch Europa door onthaald werd. Al de volken die gebukt gingen
onder het juk van het Heilig Verbond, al de vrijzinnigen die eenigszins
onder dwang leden, staarden met vreugdige oogen naar de wereldstad, die
zich zoo onverwachts, zoo snel en zoo zeker van een reactionnair bewind
bevrijd had. Terstond snelden ballingen, uitwijkelingen en ook liberalen
uit den vreemde naar de oevers der Seine, om zich aan de bron der vrijheid
te gaan laven.
Geen wonder dan, dat in het nabijgelegen Belgie, waar de gansche
dagbladpers, trouwens grootendeels in handen van Fransche opstellers,
voortdurend het oog gericht had op Parijs en hare lezers met het nieuws uit
Frankrijk voedde, de opstand van Parijs de grootste ongerustheid baarde.
Verschillend was de indruk op de beide partijen der Unie: terwijl de
Katholieken den val van Karel X, bondgenoot der geestelijkheid,
be
|