ns een voorstander van het koppig vasthouden der slechte besluiten;
maar hij laakt het verkeerde beleid van den Vorst die altijd in der haast,
zonder voorafgaandelijke inlichtingen, zonder voldoende kennis der
toestanden, verordeningen uitschreef die alras, zoo niet onbillijk, dan
toch onvoorzichtig bleken te zijn.
Alhoewel klaarziende opmerkers, zooals Thorbecke, in dien tijd hoogleeraar
te Gent, alsdan reeds eene scheuring voorzagen, leefde het opperbestuur te
midden van de gisting der gemoederen in een vast zelfvertrouwen, in een
bewustelooze zekerheid. Uitgaande van den geest der Hollandsche bevolking
die elke andere drijfveer op den achtergrond schoof en zich alleen gevoelig
betoonde voor de oeconomische belangen, dacht de regeering dat het voldoende
was grooten bloei en welstand aan de Zuidelijke provincien te verzekeren,
om hunne genegenheid te verwerven. Dit denkbeeld versterkte zich bij den
Koning, na de opening in Juli 1830 van de Nationale Tentoonstelling te
Brussel, die, overigens een welverdienden bijval genoot. De vooruitgang van
nijverheid, wetenschap en kunsten, waarvan zij getuigenis aflegde scheen
hem een verheerlijking van zijn bestuur; de stoffelijke voorspoed van het
koninkrijk bleek hem een waarborg voor de openbare rust.
En inderdaad, op dat oogenblik, dacht niemand noch aan scheiding, noch aan
omwenteling. De latere getuigenissen van de hoofdleiders van de beweging,
L. de Potter, J.-B. Nothomb, baron de Gerlache, stemmen daaromtrent
eenparig met de toenmalige verslagen van de gezanten overeen. De oppositie
bleef steeds binnen de palen der wettelijkheid, toen eensklaps de
gebeurtenissen in het naburige Frankrijk, die toenmaals veel meer dan nu
zulke hevige weerkaatsing op de Belgische aangelegenheden uitoefenden, het
koninkrijk der Nederlanden, dat heerlijk gebouw door de Mogendheden in 1814
opgericht, op zijn grondvesten deden beven en met geweld instorten.
Bibliographie
a) OFFICIEELE AKTEN: J. J. F. Noordziek, _Verslag der handelingen van de
Staten Generaal_, 's Gravenhage, 1862, vlgde; _Nederlandsche
Staatscourant_, sedert 1814; -- b) DAGBLADEN: _Le Courrier des Pays-Bas_
(Gent, sedert 1821, liberaal); _Mathieu Laensberg_ (Luik, 1824) later _Le
Politique_ (1829, liberaal); _Le Belge_ (Brussel, 1826, gematigd liberaal);
_Le Journal de Gand_ (Gent, 1815, liberaal); _Le Courrier de la Meuse_
(Luik, 1820, katholiek); _Le Catholique des Pays-Bas_ (Gent, 1826); _De
Vaderlander_ (Gent, 1829, k
|