ielen. Het bestaat in een
omsloten ruimte van een weinig meer dan 50 HA. oppervlakte, omringd
door negen meter hooge muren van aanzienlijke dikte, waar torens op
zijn geplaatst dicht bij elkaar. Daaromheen een overdekte weg met
schietgaten en een diepe gracht, die soms vol water is.
In het inwendige ziet men van vijftig tot honderd winkels, waar
soldaten zich met den handel bezig houden tijdens hun verblijf in
Seistan. Ook treft men hier en daar enkele kleine, bebouwde velden
aan en overal ontmoet men ezels als rij- en lastdieren. Het garnizoen
van Nasratabad bestaat uit twee regimenten.
Mir Masoen Khan, de gouverneur, is een jonge man van negentien jaren,
wien ik op 't eerste gezicht vijf-en-twintig zou hebben gegeven,
misschien gedeeltelijk omdat hij een blauwen bril droeg. Wij brachten
hem den dag na onze aankomst een bezoek. Hij had een bleeke, ongezonde
tint, en ik vond hem zeer onwetend en lichtelijk ijdel, wat in die
omgeving van perzische hovelingen niet te verwonderen was.
Van Nasratabad keerden wij naar Varmal terug, waar ik samen zou komen
met de expeditie Webb Ware. Twee dagen later verliet zij ons, en om
het gevoel van eenzaamheid te overwinnen, besloot ik den Koeh-i-Khoya
te gaan bezoeken.
Het is de eenige berg van Seistan, en hij speelt een groote rol in
de oude heldengeschiedenis van het land. De berg is niet hoog en
vlak, en men zou hem zeker den Tafelberg hebben genoemd, als de
Perzen tafels hadden. Alleen van het zuiden en zuidoosten was de
berg toegankelijk. De geheele oppervlakte was overdekt met openingen,
resten van mijnen en grachten, van waterleidingen en reservoirs van het
regenwater, of men vond er gesloten graven, waar ruw opeengestapelde
steenblokken op lagen of een koepeltje van leem was gebouwd.
Van den Koeh-i-Khoya ging ik naar Band-i-Seistan aan de Helmand. Te
Dolatabad, stond de omgeving onder water en het dorp was een eiland
geworden. De huizen zijn ellendige leemen hutten met modderpoelen
ervoor en een ezel ernaast. Zoo is het heel Seistan, ook te Sehkoeba,
het volgende dorp, dat doorgaat voor de hoofdstad van Seistan.
Wij brachten meer dan een bezoek aan de Helmand, de Etymander uit
de oude aardrijkskunde. Het is een mooie rivier, even breed als de
Theems voor den Tower van Londen, en na vele maanden reizens door de
woestijnen, was voor ons de aanblik bijzonder verkwikkend.
De dam bij Band-i-Seistan scheen zeer weinig soliede. Maar misschien
ligt zijn kracht in zijn zw
|