FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123  
124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   >>   >|  
der Compagnie als van hare dienaren veroorloofde, zoo wist hij die echter met zulke schijnbaar gegronde en afdoende redenen te omkleeden, dat het, in mijn oog althans, geen geringe moeite en bekwaamheid zou vereischt hebben, die met een goed gevolg te wederleggen. Van de Oost en West kwamen wij op Czaar Peter te huis en op de stoute hervormingen, door hem in Rusland ondernomen: en de naam van dien grooten Alleenheerscher, ons aan de grap van dien morgen herinnerende, bracht ons als vanzelf op het Soester avontuur en op de onweersbui terug. Gevraagd zijnde hoe ik het gedurende den regen gesteld had, verhaalde ik, dat ik geschuild had op de hofstede Guldenhof, toebehoorende aan den Heer Blaek. "Guldenhof!" herhaalde Amelia: "is dat niet die fraaie plaats aan de andere zijde van Eemnes? Ik heb het even gewaagd, toen wij die voorbijgingen, mijn hoofd buiten de huifkar te steken en dat prachtige goed te beschouwen, hoewel het mij bijkans een stijven nek had gekost." "De Heer Blaek!" herhaalde van zijn kant mijn gastheer, bijna terzelfdertijd: "is Jacobus Blaek de eigenaar van dat vorstelijk buitengoed?... Het moet hem dan wel zijn medegeloopen, sedert ik hem gekend heb: want toen zag het er sober uit met zijn tijdelijke goederen:... dan: waarover verwonder ik mij?" vervolgde hij, als tegen zichzelven sprekende en terwijl hij met zijn mes op de tafel speelde: "ik heb minder recht dan iemand om over de wisseling der fortuin eenige verbazing te toonen." "Zoo ik wel onderricht ben," zeide ik, "heeft de Heer Blaek een aanzienlijk vermogen in de Oost-Indien gewonnen." "Hij?" zeide de Heer Bos: "gij verwart hem met zijn broeder, die werkelijk zeer rijk kon genoemd worden; want het toeval was hem even gunstig geweest, als het den eigenaar van Guldenhof, in dien tijd althans, tegenliep. Nu! zoo eenig mensch de gaven der fortuin verdiende, het was dezelfde Hendrik Blaek; want een meer edelmoedig hart, en meer geneigd hetgeen hij bezat met anderen te deelen, heb ik nooit gekend. De arme drommel heeft niet lang genot gehad van hetgeen hij met zooveel zorg vergaard had. Hij is een der weinige menschen, wier dood mij een wezenlijke smart veroorzaakt heeft." "Gij hebt hem dan zeer van nabij gekend?" vroeg ik, niet zonder deelneming: want een gesprek over den vader der bevallige Henriette kon mij niet anders dan belangrijk zijn. "Hij was een braaf en beminnelijk mensch," zeide mijn gastheer, blijkbaar een rechtstreeksche beant
PREV.   NEXT  
|<   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123  
124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   >>   >|  



Top keywords:

Guldenhof

 

gekend

 

hetgeen

 

herhaalde

 

gastheer

 

fortuin

 
mensch
 

eigenaar

 

althans

 

afdoende


broeder
 

verwart

 

werkelijk

 

worden

 

tegenliep

 

schijnbaar

 

geweest

 

toeval

 
gegronde
 

gunstig


genoemd

 
gewonnen
 

wisseling

 

veroorloofde

 

iemand

 
speelde
 

minder

 
eenige
 

verbazing

 

aanzienlijk


vermogen

 

Indien

 

omkleeden

 

toonen

 

onderricht

 

redenen

 

dezelfde

 
zonder
 

deelneming

 

wezenlijke


veroorzaakt
 
gesprek
 

beminnelijk

 
blijkbaar
 
rechtstreeksche
 
belangrijk
 

bevallige

 

Henriette

 

anders

 

menschen