FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114  
115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   >>   >|  
spoor bijster kunnen maken: maar zij zullen het spoedig hervinden. Zij weten, dat ik mijn dochter bij mij heb. Zien zij nu een Juffer, die alleen van Naarden naar Amsterdam reist en in beschrijving met Amelia overeenkomt, dan weten zij al genoeg, om meer uit te vorschen. Neen! mijn kind moet de reis doen op een wijze, welke hun alle vermoedens ontneemt: en ter bereiking van dat doel wilde ik u voorslaan, haar onder uwe bescherming derwaarts te brengen." Ik wist niet of ik wel gehoord had, zoo verbaasde mij deze voorslag. Had de Heer Bos mij dien eenvoudig weg gedaan, ik had dien zonder bedenking aanvaard; maar juist de inleiding, welke hij had doen voorafgaan om alle zwarigheden af te snijden, deed er eene menigte bij mij oprijzen. Bemerkende, dat hij op een antwoord wachtte, haastte ik mij zulks te geven, de eerste moeilijkheid, die zich aan mij voordeed, daarbij aangrijpende. "Mijnheer!" zeide ik, "het ware mij natuurlijk veel eer en genoegen, het aangenaam gezelschap uwer dochter op de reis te genieten! maar heeft UEd wel nagedacht, dat juist ik de minst geschikte persoon ben om haar tot leidsman te strekken? Wanneer men te Amsterdam, wanneer mijn vader verneemt, dat ik met een onbekende Juffer aldaar ben aangekomen, zal zulks dan niet juist die vermoedens teweegbrengen, die UEd. wenscht te voorkomen?" "Ik zei," zeide de Heer Bos, zich in een ontevredene houding achterover op zijn stoel werpende, "dat gij Amsterdammers allen volkomen dezelfden zijt en honderd redenen tegen eene hebt wanneer het er op aankomt iets te doen, hetwelk met uw gewone sleur van denken en handelen niet volkomen strookt. Zeg liever ronduit: "ik doe het niet," dan weet men waar zich aan te houden." "Verschoon mij," Mijnheer!" hernam ik, een weinig verlegen en denkende hem te bevredigen: "wat mij betreft, zal ik het gaarne doen, en mij niet storen aan hetgeen de kwade tongen mij wellicht mochten nageven; maar...." "De kwade tongen!" riep de Heer Bos, opspringende, met een heftige stem, welke mij deed bespeuren hoezeer ik mij versproken had: "wie heeft die meer te vreezen, mijn dochter of gij?--Wie zal er een jonkman te minder om achten, zoo hij, op reis zijnde, zich liever in de roef bij een jonge Juffer voegt, welke hij bij toeval ontmoet, dan dat hij met den gemeenen hoop in het ruim gaat zitten? Neen, indien de laster zich aan een van beiden hechten moet, zij is het, tegen wie hij zijn pijlen scherpen zal. Hoe! een vader bewijst
PREV.   NEXT  
|<   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114  
115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   >>   >|  



Top keywords:

dochter

 

Juffer

 

volkomen

 

liever

 

tongen

 

wanneer

 

Mijnheer

 
Amsterdam
 

vermoedens

 

ronduit


strookt

 

handelen

 

houden

 

bevredigen

 

betreft

 

denkende

 
verlegen
 

Verschoon

 

hernam

 

weinig


denken

 

hervinden

 

Amsterdammers

 

spoedig

 

werpende

 

houding

 
achterover
 

dezelfden

 

hetwelk

 

gaarne


gewone

 

aankomt

 

honderd

 

redenen

 

zullen

 

kunnen

 

gemeenen

 

ontmoet

 
toeval
 

zitten


pijlen
 
scherpen
 

bewijst

 
hechten
 

indien

 
laster
 

beiden

 

zijnde

 

achten

 

nageven