nstige liederen zongen. Phileas Fogg en
zijne metgezellen sloten zich bij de laatste gelederen aan en volgden.
Twee minuten daarna kwamen zij aan den oever der rivier en hielden
stand op vijftig schreden van den brandstapel, waarop het lijk van
den rajah lag. In de schemering zagen zij het roerlooze slachtoffer
neergelegd naast het zielloos overschot van haar echtgenoot.
Een der priesters naderde met eene toorts, en bijna onmiddellijk
stond de met olie doortrokken houtstapel in volle vlam.
Op dat oogenblik hielden sir Francis Cromarty en de gids Phileas Fogg
tegen, die in waanzinnigen moed zich op den brandstapel wilde werpen.
Reeds stootte hij hen van zich af, toen plotseling het tooneel een
geheel ander aanzien kreeg. Een kreet van schrik steeg uit aller
mond. De gansene menigte wierp zich, in de grootste ontzetting,
ter aarde.
De oude rajah was dan niet dood? Men zag hoe hij plotseling overeind
rees, zijne gade in de armen nam en als een schim van den brandstapel
verdween, te midden van de vlammen en de rookwolken.
De fakirs, de lijfwachten, de priesters, aan vrees en schrik ter
prooi, lagen met het gelaat op den grond en durfden niet opzien naar
dit wonder. Het roerlooze slachtoffer werd weggedragen door een paar
krachtige armen, die haar gewicht niet schenen te gevoelen. De heeren
Fogg en Cromarty waren blijven staan. De Parsi had het hoofd gebogen
en Passepartout was zeker niet minder verbaasd.
De uit den dood verrezene had de plaats bereikt waar de heeren Fogg
en Cromarty zich bevonden en op stroeven toon zeide hij:
"Vooruit!"
Het was Passepartout zelf, die den brandstapel had bestegen te midden
van den dikken rook en de vrouw ontrukt had aan een wissen dood.
Een oogenblik later waren alle vier in het bosch verdwenen en de
olifant rende in snellen draf voort. Maar een luid geschreeuw en zelfs
een kogel, die den hoed van Phileas Fogg doorboorde, getuigden, dat de
list ontdekt was. Op den brandstapel lag nog altijd het lijk van den
ouden rajah en de priesters, van hunne ontsteltenis bekomen, begrepen
dat een onbeschaamde roof was gepleegd. Zij ijlden, gevolgd door de
wachters, de vluchtenden na. Men schoot op hen, maar de europeanen
reden te snel en in weinige oogenblikken waren zij buiten het bereik
der pijlen en kogels.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Waarin Phileas Fogg het prachtige dal van den Ganges doortrekt,
zonder er in het minst aan te denken om dit te bezichtigen.
Men was in de sto
|