elfhonderd
mijlen afstands, of zoo wij Shangai maar halen, achthonderd mijlen
van Hong-Kong verwijderd. Op den laatsten tocht zou men zich niet ver
van de chineesche kust verwijderen, wat een groot voordeel zou zijn,
daar de stroom noordwaarts is."
"Schipper," antwoordde Fogg, "te Yokohama moet ik de amerikaansche
mail halen, en niet te Shangai of te Nangasaki."
"Waarom niet?" hernam de zeeman. "De mailboot naar San-Francisco
vertrekt niet van Yokohama. Zij loopt te Yokohama en te Nangasaki
binnen, maar haar punt van uitgang is Shangai."
"Gij zijt zeker van hetgeen gij mij daar zegt?"
"Zeer zeker."
"En wanneer verlaat de mailboot Shangai?"
"Den 11den des avonds ten zeven ure. Wij hebben dus nog vier dagen
tijd. Vier dagen, dat is zes en negentig uren, en met eene boot
die acht mijlen in het uur loopt, wanneer alles goed gaat, als wij
zuid-westenwind hebben en geen onstuimige zee, dan kunnen wij in dat
tijdsverloop gemakkelijk de achthonderd mijlen afleggen, die ons van
Shangai scheiden."
"En gij kunt vertrekken?..."
"Over een uur. Dien tijd heb ik noodig om levensmiddelen op te doen
en de zeilen klaar te maken."
"Dus de zaak is in orde. Zijt gij de kapitein van de boot?"
"Ja, John Bunsby, kapitein van de Tankadere."
"Wilt gij een gedeelte der som vooruit?"
"Als het u schikt."
"Daar hebt ge tweehonderd pond op afrekening."
"Mijnheer," ging Phileas Fogg tot Fix voort, "als gij er ook gebruik
van wilt maken...."
"Mijnheer," antwoordde Fix brutaal weg, "ik wilde u juist deze gunst
verzoeken."
"Goed. Over een half uur zullen wij aan boord zijn."
"Maar die arme jongen," merkte mevrouw Aouda op.
"Ik zal voor hem alles doen wat ik kan," zeide Fogg.
En terwijl Fix, zenuwachtig, koortsachtig en inwendig woedend, zich
naar de loodsboot begaf, gingen Fogg en Aouda naar het politie-bureel
van Hong-Kong. Fogg liet daar het signalement van Passepartout en ook
eene voldoende som gelds voor diens reis naar Europa achter. Dezelfde
formaliteit werd bij den franschen consul verricht en de palankijn
bracht de reizigers op de voorhaven. Het sloeg drie uur. De loodsboot
no. 43 had hare bemanning en levensmiddelen aan boord en lag gereed
om uit te zeilen.
De Tankadere was een zeer nette, kleine schoener van ongeveer
twintig tonnen, scherp van boeg, los van bewegingen en met eene goede
waterlijn. Men zou zeggen dat het een jacht was om kleine zeetochten
mede te maken. Zijn koper blonk helder, het
|